Houwen

Verb
1
Complex
Future Tense
Interrogative
Simple
Past Tense
Imperative
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Cartoonachtige afbeelding van een enthousiaste timmerman die met een bijl hout hakt, met een grote glimlach en gespierde armen.
Vrolijke timmerman hout hakken met bijl
Cartoonachtige afbeelding van een enthousiaste timmerman die met een bijl hout hakt, met een grote glimlach en gespierde armen.
2
Compound
Present Tense
Simple
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Synonym
Complex
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Declarative
Context & Scenario
Related Word
Moeder danst met haar kind in de armen in een levendige en chaotische woonkamer.
Vrolijke moeder danst met kind in een gezellige woonkamer
Moeder danst met haar kind in de armen in een levendige en chaotische woonkamer.
3
Complex
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Compound
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Synonym
Een vrouw met intense concentratie die een standbeeld uit een grote marmeren blok aan het houwen is, met een beitel en een hamer.
Beeldhouwster aan het werk met marmer
Een vrouw met intense concentratie die een standbeeld uit een grote marmeren blok aan het houwen is, met een beitel en een hamer.