Jullie

Pronoun
1
Complex
Present Tense
Interrogative
Present Tense
Interrogative
Compound
Interrogative
Future Tense
Declarative
Interrogative
Imperative
Complex
Present Tense
Compound
Future Tense
Imperative
Complex
Future Tense
Declarative
Past Tense
Past Tense
Interrogative
Future Tense
Present Tense
Declarative
Imperative
Simple
Past Tense
Compound
Past Tense
Imperative
Complex
Present Tense
Complex
Complex
Complex
Present Tense
Past Tense
Interrogative
Past Tense
Een kleurrijk klaslokaal waar een diverse groep studenten enthousiast samenwerkt aan een project.
Samenwerkende studenten in een kleurrijk klaslokaal
Een kleurrijk klaslokaal waar een diverse groep studenten enthousiast samenwerkt aan een project.
2
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Een groep vrienden die vrolijk hun plannen voor een feest aankondigen, met een groene achtergrond en dramatische wolken.
Vrolijke vrienden delen feestplannen in een informele omgeving
Een groep vrienden die vrolijk hun plannen voor een feest aankondigen, met een groene achtergrond en dramatische wolken.
3
Compound
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Complex
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Een diverse groep mensen die samen in een park een groot muurschilderij aan het schilderen is, met blije gezichten en een zonnige sfeer.
Samenwerken in het park: Een kleurrijke muurschildering
Een diverse groep mensen die samen in een park een groot muurschilderij aan het schilderen is, met blije gezichten en een zonnige sfeer.