Kijken
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
Kijken betekent het waarnemen met de ogen.
Infinitief
Ik wil graag films kijken.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik kijk naar de sterren.
jij / je, u
Jij kijkt naar een documentaire.
wij / we, jullie, zij / ze
Wij kijken samen naar de voetbalwedstrijd.
Verleden tijd
ik
Gisteren keek ik naar een oude film.
wij / we, jullie, zij / ze
Zij keken naar de zonsopgang.
Voltooid deelwoord
Ik heb naar die film gekeken.
Tegenwoordig deelwoord
Kijkend naar de mensen met hun hond, voel ik me blij.
Ze waren kijkende naar het vuurwerk.
Gebiedende wijs
jij / je
Kijk naar het nieuwe boek dat ik heb gekocht.
u
Kijkt u naar de presentatie, alstublieft.
Aanvoegende wijs
Laat ons hopen dat hij kijke naar de problemen.
Examples
Kijken is een belangrijke vaardigheid.
infinitief, indicatief