Kluiven

Verb
1
Imperative
Simple
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Complex
Future Tense
Past Tense
Interrogative
Een hond in een groene tuin die enthousiast op een groot bot knabbelt, met zonlicht dat door de bomen valt.
Hond in een tuin met een bot knabbelen
Een hond in een groene tuin die enthousiast op een groot bot knabbelt, met zonlicht dat door de bomen valt.
2
Compound
Past Tense
Interrogative
Synonym
Simple
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Context & Scenario
Idiomatic
Een middeljarige volwassene eet kalm een maaltijd terwijl hij televisie kijkt in een gezellige woonkamer.
Gezellige woonkamer met persoon die rustig eet en televisie kijkt
Een middeljarige volwassene eet kalm een maaltijd terwijl hij televisie kijkt in een gezellige woonkamer.
3
Compound
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Future Tense
Imperative
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Dynamisch kustlandschap met golven die rotsachtige kliffen slijten, met spelende meeuwen op de voorgrond.
Dynamisch kustlandschap met slijtage van kliffen
Dynamisch kustlandschap met golven die rotsachtige kliffen slijten, met spelende meeuwen op de voorgrond.