Koud

Adjective

Attributive Forms

💡Als je zegt 'de koude dag' of 'een koude avond', gebruik je 'koude' vóór het zelfstandig naamwoord. Het geeft iets aan dat niet warm is.

With Definite Article
de koude dag
"Het is de koude dag vandaag."
With Indefinite Article
een koude avond
"Ik heb een koude avond thuis."
Without Article
koud
"Deze soep is koud."

Predicative Form

💡Na 'zijn' of 'worden' gebruik je altijd 'koud': De soep is koud. Dit beschrijft een toestand.

koud
"Het water is koud."

Comparative

💡Als iets kouder is, gebruik je 'kouder' zoals in 'Het is kouder dan gisteren.' Het vergelijkt twee dingen.

Base Form
kouder
"Het is kouder dan gisteren."
With "dan"
koudere
"De koudere lucht komt eraan."

Superlative

💡Voor de superlatieve vorm gebruik je 'koudst', zoals in 'Dit is de koudste winter'. Dit geeft aan dat het het meest koud is van allemaal.

Attributive
de koudste winter
"Dit was de koudste winter in jaren."
Predicative
koudst
"In de nacht is het altijd koudst."

Important Notes

  • usage:'Koud' kan zowel voor zelfstandige naamwoorden als als predicaat gebruikt worden.
  • spelling:Let op dat de spelling 'kouds' niet veel voorkomt en niet algemeen erkend wordt; gebruik de basisvorm 'koud'.