Kussen
de-hetVerbmet de lippen een aanraking maken op iemands huid
(iemand kust een ander als teken van genegenheid)
Hij kust zijn vriendin als begroeting.
Ze kusten elkaar onder de sterrenhemel.
- Complex
Wanneer ze elkaar begroeten, kussen ze altijd; dit toont hun genegenheid.
- Past Tense
Zij kuste hem met liefde gisteravond.
- Interrogative
Kus je me alsjeblieft voor het slapengaan?
- Context & Scenario
Na een lange dag op het werk, voelt ze de behoefte om haar partner te kussen.
- Idiomatic
Ze kuste hem en dat was als de kers op de taart voor hun liefde.
- Compound
Hij kust haar teder, en ze voelt zijn genegenheid.
- Present Tense
Hij kust haar op de wang.
- Imperative
Kus haar voor het slapen!
- Context & Scenario
Op het feest kusten ze elkaar vrolijk om hun genegenheid te vieren.
- Related Word
Genegenheid is belangrijk in elke relatie, vooral wanneer je elkaar kust.
- Simple
Zij gaf hem een zachte kus op zijn voorhoofd.
- Future Tense
Morgen zullen zij elkaar weer kussen om hun genegenheid te tonen.
- Declarative
Hij kust zijn kleinkinderen als teken van liefde.
- Context & Scenario
In de klas leerde hij dat een kus verschillende betekenissen kan hebben.
- Synonym
Hij toonde zijn affectie door haar een kus te geven.
iemand of iets aanraken en met warmte of affectie benaderen
(vrienden kunnen elkaar kussen)
Bij het afscheid kuste ze haar kinderen hartelijk.
Hij gaf haar een kus voor haar verjaardag.
- Simple
Ze toonde affectie door zijn hand vast te houden.
- Present Tense
Hij voelt veel affectie voor zijn vrienden.
- Declarative
Hij toont vaak affectie in zijn gedrag.
- Context & Scenario
Bij een feest zoals het Koningsdag kussen vrienden elkaar vaak.
- Context & Scenario
Bij de borrel gaven ze elkaar een kus op de wang.
- Idiomatic
Bij het afscheid moet je je gevoelens onder woorden brengen, daar komt affectie bij kijken.
- Complex
Omdat ze elkaar al jaren kenden, was de affectie tussen hen vanzelfsprekend.
- Future Tense
Morgen zullen ze met veel affectie elkaar begroeten.
- Imperative
Toon affectie als je iemand begroet!
- Context & Scenario
Op school leren kinderen ook om affectie te tonen aan elkaar.
- Related Word
Zijn genegenheid was duidelijk tijdens de familiebijeenkomst.
- Compound
Ze omhelsden elkaar, maar zij gaven ook een kus op de wang.
- Past Tense
Gisteren toonde ze veel affectie toen ze hem verwelkomde.
- Interrogative
Toon je affectie aan je vrienden?
- Synonym
Zijn warmte en affectie voor haar was voelbaar tijdens het gesprek.
een zachte aanraking geven of ontvangen, vaak in de zin van troosten
(een knuffel kan ook een kus zijn)
Hij kuste de baby zachtjes op het voorhoofd.
De kat kwam bij hem zitten en hij kuste haar op haar kop.
- Complex
Dat moment, waarop ze hem troost gaf met een kus, was bijzonder.
- Present Tense
Hij troost zijn vriend in moeilijke tijden.
- Compound
Ze gaf hem troost, en hij voelde zich beter.
- Future Tense
Morgen zal ik hem troost geven als hij aankomt.
- Declarative
Geef je vrienden altijd troost als ze het nodig hebben.
- Interrogative
Wanneer voel je de behoefte om iemand troost te bieden?
- Context & Scenario
Na de wedstrijd nam hij zijn verlies met een knuffel van zijn coach.
- Idiomatic
Soms is een knuffel de beste troost.
- Simple
De moeder gaf haar kind troost met een zachte knuffel.
- Past Tense
Gisteren gaf ze hem troost met een warme omhelzing.
- Interrogative
Geeft een knuffel troost?
- Context & Scenario
Tijdens de vergadering hielp ik mijn collega troost te vinden na het slechte nieuws.
- Context & Scenario
Bij de dood van zijn hond bood hij zijn vriend troost tijdens de rouwperiode.
- Related Word
De verzorger gaf de oude man troost door naast hem te zitten en zijn hand vast te houden.
- Imperative
Je moet hem troost geven.
- Context & Scenario
Na een lange dag op school gaf mijn moeder me troost met een knuffel.
- Synonym
Troost vind je vaak in de armen van geliefden.