Lekker
AdjectiveAttributive Forms
💡Als je zegt 'de lekkere taart' of 'het lekkere brood', gebruik je 'lekkere' vóór een zelfstandig naamwoord met een lidwoord.
- With Definite Article
- lekkere
- "De lekkere taart is snel op."
- With Indefinite Article
- lekker
- "Hij heeft een lekker broodje gekocht."
- Without Article
- lekker
- "Als dessert is chocola lekker."
Predicative Form
💡Na werkwoorden zoals 'zijn' of 'worden' gebruik je 'lekker': De taart is lekker.
Comparative
💡Als je iets vergelijkt en zegt dat iets lekkerder is dan iets anders, gebruik je 'lekkerder'. Bijvoorbeeld: 'De soep is lekkerder dan de salade'.
- Base Form
- lekkerder
- "Deze pizza is lekkerder dan die pastasalade."
- With "dan"
- lekkerder dan
- "Het ijs was lekkerder dan de cake."
Superlative
💡Als je zegt dat iets het allerlekkerst is, gebruik je 'lekkerst' of 'lekkerste': Het ijs is het lekkerst.
- Attributive
- lekkerste
- "Dit is de lekkerste appeltaart die ik ooit heb gehad."
- Predicative
- lekkerst
- "Van alle gerechten is de pasta het lekkerst."
Important Notes
- usage:Het woord 'lekker' kan zowel eten als andere dingen omschrijven die een fijn gevoel geven.