Levenslustig
Adjectivevol levensvreugde en enthousiasme
(iemand is optimistisch en blij)
Ze is altijd levenslustig, zelfs op een slechte dag.
Zijn levenslustige houding inspireert anderen om ook positief te blijven.
- Compound
Ze is optimistisch, en daardoor voelt het team zich beter.
- Past Tense
Vroeger was hij minder optimistisch dan nu.
- Future Tense
Morgen ga ik optimistisch naar de vergadering.
- Imperative
Wees optimistisch en geloof in jezelf!
- Context & Scenario
In de les is hij altijd optimistisch, wat ons motiveert om harder te werken.
- Related Word
Zijn positieve mentale ingesteldheid maakt hem een optimistische leider.
- Simple
Hij is een optimistische persoon.
- Present Tense
Hij denkt optimistisch over de kansen van het project.
- Declarative
Zij zijn optimistisch over hun plannen voor het komende jaar.
- Interrogative
Ben je optimistisch over de uitkomst van de wedstrijd?
- Context & Scenario
We moeten optimistisch blijven, zelfs in moeilijke tijden.
- Idiomatic
Hij kijkt altijd naar de positieve kant van de dingen, hij is echt een optimist.
- Complex
Hoewel de situatie moeilijk is, blijft zij optimistisch over de toekomst.
- Context & Scenario
Na een lange week was ik optimistisch over het weekend.
- Synonym
Ze is altijd zo gunstig gezind, dat maakt haar optimistisch.
levensprachtig, vol energie
(iemand geniet volop van het leven)
De kinderen zijn levenslustig en spelen de hele dag buiten.
Met haar levenslustige karakter geeft ze iedereen energie.
- Imperative
Leef ten volle en geniet van elke dag!
- Complex
De vrouw, die elke ochtend jogt, voelt zich levenskrachtig en vol energie.
- Past Tense
Gisteren voelde ik me ook levenskrachtig na de yoga.
- Context & Scenario
Tijdens de lessen zijn studenten vol energie als ze geïnteresseerd zijn in het onderwerp.
- Synonym
Deze enthousiaste man is levenslustig, net als een kind.
- Compound
Hij houdt van sporten, en dat maakt hem vol energie.
- Context & Scenario
Na een lange dag werken, voel ik me soms minder vol energie.
- Future Tense
Morgen zal ik me weer vol energie voelen na mijn training.
- Interrogative
Voel jij je ook vol energie na een goede nachtrust?
- Related Word
We moeten de levensenergie in onze gesprekken behouden!
- Simple
Ze straalt energie uit terwijl ze danst.
- Present Tense
Ik voel me voller energie als ik in de natuur ben.
- Declarative
Hij is altijd vol energie en klaar om te helpen.
- Context & Scenario
Laten we gezellig samenkomen, het zal vol energie zijn!
- Idiomatic
Met elk succes voel ik meer levenskracht en energie door me heen stromen.