Lid
deCommon Nounpersoon die deel uitmaakt van een groep, organisatie of vereniging
(iemand is lid van een club)
Hij is lid van een sportvereniging.
Zij wordt lid van de boekclub volgende week.
- Simple
Een groep mensen komt samen voor een vergadering.
- Compound
De groep is groot, maar de sfeer is vriendelijk.
- Complex
De persoon die als laatste arriveert, zal zich bij de groep voegen.
- Past Tense
Gisteren was hij de nieuwste groep lid.
- Interrogative
Ben jij ook lid van de groep?
- Context & Scenario
In de zomervakantie gaat de groep samen op reis.
- Context & Scenario
De groep vrienden komt iedere vrijdag samen boven een biertje.
- Idiomatic
Alone, you are strong, but together as a group, you are unstoppable.
- Present Tense
Zij is een actieve deelnemer in de groep.
- Declarative
Hij maakt deel uit van een kunstgroep.
- Context & Scenario
We hebben een teammeeting om de voortgang van de groep te bespreken.
- Related Word
De club is een vereniging die nieuwe leden verwelkomt.
- Future Tense
Volgende maand zal zij lid worden van een nieuwe groep.
- Imperative
Sluit je aan bij onze groep!
- Synonym
Een team wordt vaak gezien als een groep van collega's.
deel van een geheel, zoals een ledemaat in een lichaam of een onderdeel van een constructie
(een lid van een lichaam)
Het arm is een lid van het lichaam.
Het boek bestaat uit verschillende leden of hoofdstukken.
- Simple
Het been is een belangrijk deel van het lichaam.
- Present Tense
Iedereen heeft een deel van zijn lichaam dat sterker is dan de rest.
- Declarative
De hand is een deel van het lichaam dat zeer multifunctioneel is.
- Context & Scenario
In de school leren we over het menselijk lichaam en elk deel ervan.
- Related Word
Het lichaam bestaat uit verschillende delen die samen goed moeten functioneren.
- Compound
De arm is een deel van het lichaam en het kan veel dingen doen.
- Future Tense
Ik zal morgen naar de dokter gaan om te vragen over elk deel van mijn lichaam.
- Imperative
Ken deze delen van je lichaam!
- Context & Scenario
Tijdens het feest lieten we iedereen zijn favoriete deel van het lichaam tekenen.
- Idiomatic
Elk deel van je lichaam telt, werk eraan om gezond te blijven!
- Complex
Omdat het hart een essentieel deel van het lichaam is, moeten we goed voor onze gezondheid zorgen.
- Past Tense
Gisteren ontdekte ik dat mijn hand een deel van mijn lichaam was dat ik vaak negeerde.
- Interrogative
Is elk deel van je lichaam even belangrijk?
- Context & Scenario
Ik gebruik elke dag mijn benen om te lopen en dat is een deel van mijn dagelijkse routine.
- Synonym
Een lid, zoals een arm, is cruciaal voor onze functionaliteit.
afgeleid woord voor een kind of kleine mascotte van een groep
(een lidje van de vereniging)
Hij speelt met zijn lidjes van de club.
De lidjes zijn allemaal verliefd op hun nieuwe mascotte.
- Simple
Het diminutief van het woord kat is kitten.
- Present Tense
De kinderen leren over diminutieven in de les.
- Imperative
Leer de kinderen hoe ze diminutieven moeten vormen.
- Context & Scenario
In de klas bespreken we verschillende diminutieven en hun betekenissen.
- Related Word
Het afgeleide woord voor klein is kleintje, en dat is een veelgebruikt diminutief.
- Compound
De lidjes van de vereniging zijn vrolijk, en ze houden van hun nieuwe speeltjes.
- Past Tense
Gisteren leerde ik dat het diminutief van hond puppy is.
- Interrogative
Hebben de lidjes een nieuwe mascotte gekregen?
- Context & Scenario
De lidjes organiseren een feest voor hun nieuwe mascotte.
- Idiomatic
Hij is het zonnetje in huis, echt een klein blijerje.
- Complex
Het lidje, dat altijd het meest enthousiast is, heeft de mascotte gekozen.
- Future Tense
Zij zullen het diminutief gebruiken in hun volgend verhaal.
- Declarative
De lidjes zijn schattig en vol energie.
- Context & Scenario
Tijdens de bijeenkomsten spelen de lidjes vaak samen.
- Synonym
Het kleintje van de groep is de mascotte; zijn naam is Lieveheersbeestje.