Mand
deCommon Nounkegelvormig of cilindervormig voorwerp dat gebruikt wordt voor het opbergen of vervoeren van spullen
(een mand vol met fruit)
Zij heeft een mand met fruit op tafel gezet.
Ik ga mijn kleinigheden in de mand doen.
- Complex
De mand, die in de keuken staat, is gevuld met kleurrijk fruit.
- Past Tense
Gisteren vulde ik de mand met bananen en sinaasappels.
- Interrogative
Wat zit er allemaal in de mand?
- Context & Scenario
Tijdens ons feest hadden we een mand met snacks op tafel staan.
- Idiomatic
Ik heb de mand vol gestopt, maar het lijkt alsof hij niet vol genoeg is.
- Compound
De mand is mooi versierd, maar hij is ook heel praktisch.
- Present Tense
Ik gebruik de mand elke week om fruit te kopen.
- Declarative
Deze mand bevat vers fruit, perfect voor een gezonde snack.
- Simple
De mand is gevuld met appels en peren.
- Future Tense
Morgen zal ik de mand weer vullen voor het ontbijt.
- Imperative
Vul de mand met je favoriete fruit!
- Context & Scenario
Op school gebruiken we soms manden om materialen op te bergen.
- Synonym
Deze opbergmand is perfect voor het sorteren van speelgoed.
- Context & Scenario
Ik koop altijd een mand vol met fruit als ik naar de markt ga.
- Related Word
De fruitmand op de tafel is een prachtige decoratie.
gevlochten voorwerp van bijvoorbeeld riet of plastic
(geweven manden worden vaak gebruikt)
Hij heeft een mooie mand van riet gekocht op de markt.
De manden in de winkel zijn met de hand geweven.
- Simple
De geweven mand is stevig.
diminutief van mand; kleine mand
(een klein mandje om iets in te doen)
Zij houdt van het schattige mandje voor de hond.
In het mandje zitten allemaal snoepjes.
- Simple
Het klein mandje is perfect voor studiespullen.
- Present Tense
Ik zie een klein mandje op de grond.
- Interrogative
Het klein mandje bevat echt veel, nietwaar?
- Compound
Het klein mandje is gemaakt van bamboe, en het is erg handig.
- Past Tense
Ik kocht een klein mandje voor mijn spullen.
- Complex
Het klein mandje, dat ik gisteren gekocht heb, staat op de tafel.
- Future Tense
Ik zal een klein mandje meenemen naar het picknick.
- Context & Scenario
Dit klein mandje kan je overal mee naartoe nemen.
- Imperative
Zet het klein mandje daar neer!