Miss
deCommon Nounaanspreekvorm voor een ongehuwde vrouw
(iemand wordt als 'miss' aangesproken)
Miss Lisa is mijn lerares geschiedenis.
De deelnemers noemden haar altijd Miss America.
- Simple
Het is vriendelijk om haar als Miss te aanspreken.
- Present Tense
Ik spreek haar aan als Miss tijdens de lessen.
- Declarative
De lerares zegt dat je haar altijd als Miss moet aanspreken.
- Context & Scenario
In een formele situatie is het belangrijk om haar aan te spreken als Miss.
- Related Word
De aanspreekvorm voor vrouwen kan variëren afhankelijk van hun burgerlijke staat.
- Compound
Iedereen in de klas noemt haar Miss, maar sommige leerlingen zeggen gewoon Lisa.
- Past Tense
Gisteren sprak ik haar aan als Miss tijdens de bijeenkomst.
- Interrogative
Spreek je haar aan als Miss of gewoon bij haar voornaam?
- Context & Scenario
In de klas spreken we de docente altijd als Miss aan.
- Synonym
Sire is een synoniem voor een formele aanspreking in bepaalde contexten.
- Complex
Wanneer je haar voor het eerst ontmoet, is het gepast om haar Miss te noemen.
- Future Tense
Morgen zal ik haar ook als Miss aanspreken.
- Imperative
Noem haar Miss als je met haar praat!
- Context & Scenario
Laten we Marie als Miss aanspreken tijdens het feest.
- Idiomatic
Bij het eerste kennismaken moet je de juiste aanspreking gebruiken, anders kun je in de problemen komen.
titel voor een vrouwelijke deelnemer aan een schoonheidswedstrijd
(de winnaar van een wedstrijd is 'miss')
Zij werd uitgeroepen tot Miss Nederland in 2020.
Miss Universe is een van de grootste schoonheidswedstrijden ter wereld.
- Simple
De wedstrijd voor Miss Nederland vindt elk jaar plaats.
- Compound
Zij won de wedstrijd en kreeg de titel, maar haar vriend was ook trots op haar.
- Complex
Als je deelneemt aan de wedstrijd, moet je goed voorbereid zijn op de vragen die gesteld worden.
- Present Tense
Zij is de nieuwe Miss Nederland.
- Declarative
De jury erkent dat zij een groot talent is.
- Context & Scenario
Na de wedstrijd heeft ze veel nieuwe vrienden gemaakt.
- Past Tense
Zij was vorig jaar Miss Nederland.
- Interrogative
Is zij dit jaar de winnaar van de wedstrijd?
- Future Tense
Volgend jaar zal zij deelnemen aan de wereldwijde wedstrijd.
- Imperative
Doe je best en laat zien wat je kunt in de wedstrijd!
gebruikte aanduiding voor een jonge vrouwelijke persoon
(iemand noemt een jong meisje 'miss')
Het kleine meisje werd altijd vriendelijk miss genoemd.
De juf vroeg Miss Anna om haar boek te halen.
- Simple
Het meisje speelt in de tuin.
- Complex
Het meisje, dat een mooie jurk draagt, danst op het feest.
- Compound
Het meisje speelt met haar vriendinnen, maar ze leest ook boeken.
- Present Tense
Zij is een jong meisje.
- Past Tense
Gisteren zag ik een meisje dat een bal gooide.
- Future Tense
Morgen zal het meisje haar nieuwe pop krijgen.
- Declarative
De meisjes hebben hun huiswerk gemaakt.
- Interrogative
Is dat meisje jouw zus?
- Imperative
Kijk naar het meisje dat danst!
- Context & Scenario
Ik zag het meisje met het gele speelgoed in het park.