Naar
Adjectiveonaangenaam van geur of smaak
(iets ruikt of smaakt naar)
De melk is zuur en ruikt naar.
De naar smakende soep was niet goed meer.
- Complex
Hoewel de kaas oud smaakte, aten sommigen het toch met plezier.
- Present Tense
De soep ruikt naar knoflook.
- Declarative
De geur van de kaas is heel sterk.
- Related Word
Het brood dat al een week op tafel ligt, ruikt nu naar schimmel.
- Synonym
De vis ruikt sterk en scherp, zoals typisch is voor een Hollandse markt.
- Idiomatic
Er is iets vis met deze vis: hij ruikt als geschreven in de sterren.
- Compound
De kaas smaakt oud, maar de wijn is heerlijk.
- Future Tense
De vis zal naar rotte eieren ruiken als je hem niet in de koelkast zet.
- Imperative
Proef de melk niet als ze zuur ruikt!
- Past Tense
De haring die we gisteravond aten rook onaangenaam, maar het was wel een traditioneel gerecht.
- Simple
De kaas smaakt oud.
- Past Tense
De uien roken naar bedorven.
- Interrogative
Ruikt de kaas naar oud?
- Complex
Omdat de soep gisteren buiten de koelkast heeft gestaan, smaakt ze nu onaangenaam.
- Present Tense
De geur van beschimmelde kaas verspreidt zich door de keuken.
onaangenaam of vervelend van smaak, geur of gevoel
(iets ruikt of smaakt naar)
Ik vind die yoghurt een beetje naar smaken.
Er hangt een nare geur in de keuken na het koken.
- Simple
De soep smaakt onaangenaam.
- Present Tense
De koffie smaakt heden onaangenaam.
- Declarative
De geur in de gang is onaangenaam.
- Present Tense
De geur van de afvalbak kan onaangenaam zijn.
- Declarative
Mijn jas was doorweekt van de regen en rook onaangenaam.
- Imperative
Ik moest het raampje openen toen er iets onaangenaam rook in de auto.
- Imperative
Verschuif de tafel als je het onaangenaam vindt om in de rook te zitten.
- Compound
De soep smaakt onaangenaam, maar het brood erbij is heerlijk.
- Past Tense
De visrook van gisteren was onaangenaam aanwezig.
- Interrogative
Waarom ruikt het onaangenaam in de hal?
- Past Tense
Na het koken van spruitjes, hing er een onaangename geur in de huis.
- Interrogative
Hoe kan ik het voorkomen dat de parfum onaangenaam ruikt na een tijdje?
- Declarative
De geur van het nieuwe schoonmaakmiddel is helaas vrij onaangenaam.
- Compound
In Nederland kun je spruitjes vaak onaangenaam van geur vinden, vooral als ze te lang gekookt zijn.
- Complex
Hoewel de soep onaangenaam naar kool smaakt, blijft hij populair.
- Future Tense
Morgen zal het waarschijnlijk onaangenaam ruiken als het regent tijdens de barbecue.
- Imperative
Open het raam als de lucht onaangenaam is!
- Future Tense
Het zal onaangenaam ruiken als we de prullenbak niet legen.
- Imperative
Zet de afvalcontainer buiten als de geur onaangenaam wordt.
- Interrogative
Waarom smaakt deze kaas zo onaangenaam zuur?
- Declarative
De geur van rotte vis was bijzonder onaangenaam in de kleine keuken.
vervelend of zelfs wat gemeen
(iemand doet naar tegen een ander)
Ze reageerde op een nare manier tijdens de discussie.
Hij maakte een nare opmerking over haar kleding.
- Simple
Dat was een gemene opmerking.
- Present Tense
Ze zijn gemeen tegen elkaar.
- Future Tense
Ze zullen niet gemeen tegen hem doen.
- Interrogative
Waarom ben je vandaag zo gemeen?
- Context & Scenario
Mijn broer is soms gemeen bij het spelen van spelletjes.
- Synonym
Het verhaal in het boek was soms behoorlijk kil.
- Compound
Hij lachte gemeen, maar wist dat hij fout zat.
- Past Tense
Hij deed gemeen tegen zijn vrienden.
- Declarative
De leraar was niet gemeen tegen de kinderen.
- Imperative
Doe niet gemeen tegen je zus.
- Context & Scenario
De directeur zei iets dat nogal gemeen overkwam tijdens de vergadering.
- Related Word
De toon van zijn stem klonk vijandig.
- Complex
Hoewel hij een vriendelijke jongen leek, maakte hij gemeene opmerkingen.
- Context & Scenario
In de pauze maakten ze gemeene grappen over haar.
- Idiomatic
Hij deed net alsof hij zijn eieren niet meer waard was.
onplezierig of griezelig
(iets voelt of ziet er naar uit)
Ik krijg een naar gevoel als ik naar horrorfilms kijk.
Het was een nare dag, alles ging mis.
- Simple
De kamer was onplezierig ingericht.
- Future Tense
Morgen kan het weer onplezierig zijn.
- Imperative
Doe niets overhaast als de situatie onplezierig voelt.
- Context & Scenario
Het was wat onplezierig wanneer een grap verkeerd werd ontvangen in het gezelschap.
- Idiomatic
Die dag zat alles tegen.
- Complex
Ondanks dat de muziek leuk was, vond ik de sfeer in het café toch onplezierig.
- Past Tense
De vergadering van gisteren was onplezierig.
- Declarative
De film was onplezierig en eng.
- Context & Scenario
Niets is zo onplezierig als in de regen fietsen naar je werk.
- Synonym
Die ervaring was uiterst onaangenaam.
- Compound
Het regende de hele dag, en het was onplezierig koud.
- Present Tense
Dit boek voelt onplezierig aan.
- Interrogative
Waarom voelt deze plaats zo onplezierig aan?
- Context & Scenario
De onplezierige taken worden vaak uitgesteld op school.
- Related Word
Die vervelende geur kwam uit de keuken.