Omroepen
deVerbiemand noemen via een luidsprekersysteem
(de omroep doet een aankondiging)
De school omroept de winnaars van de quiz.
De treinconducteur omroept de vertraging van de trein.
- Compound
De treinconducteur kondigt de vertraging aan, maar de passagiers blijven rustig.
- Future Tense
Morgen zal hij de nieuwe film aankondigen op televisie.
- Interrogative
Kondigt de spreker het evenement aan?
- Context & Scenario
De leraar kondigt een belangrijk huiswerk aan tijdens de les.
- Related Word
De aankondiging van de winnaars zorgde voor een groot applaus.
- Idiomatic
De leraar viel door de mand toen hij probeerde het slechte nieuws aan te kondigen.
- Complex
Wanneer de presenter de gasten aankondigt, juichen de mensen in de zaal.
- Present Tense
Elke week kondigen zij het nieuwe programma aan.
- Declarative
Het evenement wordt aangekondigd met een groot spandoek.
- Context & Scenario
Ik luister naar de radio terwijl ze het nieuws aankondigen.
- Synonym
De presentator, die altijd energie uitstraalt, kondigde de artiesten aan.
- Simple
De wedstrijdleider kondigt de winnaar aan.
- Past Tense
Gisteren kondigde de manager een belangrijke vergadering aan.
- Imperative
Kondig het feest aan bij je vrienden!
- Context & Scenario
Bij de borrel kondigen we het goede nieuws aan.
een oproep doen aan een groep mensen
(een oproep om te reageren)
Tijdens de vergadering omriepen ze om vrijwilligers voor het project.
De organisatie omroept iedereen om deel te nemen aan de demonstratie.
- Compound
De burgemeester deed een oproep voor meer veiligheid in de stad, en veel mensen reageerden daarop.
- Present Tense
De organisatie doet een oproep voor hulp.
- Interrogative
Doet de organisatie een oproep voor hulp?
- Context & Scenario
In de klas deed de leraar een oproep voor projectgroepleden.
- Related Word
De aankondiging was een oproep voor iedereen om deel te nemen.
- Simple
De burgemeester deed een oproep voor meer veiligheid in de stad.
- Future Tense
Volgende week zal de organisatie een oproep doen voor vrijwilligers.
- Imperative
Doe een oproep aan je vrienden om mee te helpen!
- Context & Scenario
Tijdens het feest deed hij een oproep voor meer groepsactiviteiten.
- Idiomatic
Iedereen moet in deze moeilijke tijden de handen ineen slaan.
- Complex
Omdat de situatie kritiek is, deed de burgemeester een oproep aan alle inwoners om snel te reageren.
- Past Tense
De organisatie deed een oproep voor hulp tijdens de crisis vorig jaar.
- Declarative
Er werd een oproep gedaan voor de slachtoffers van de brand.
- Context & Scenario
Na het ongeluk kwam er een oproep van de politie om getuigen te melden.
- Synonym
De oproep om te helpen werd door veel mensen gehoord.
iemand aanroepen of iets beweren in een bepaalde context
(een emotionele oproep doen)
Zij omroept de hulp in moeilijke tijden.
De leraar omroept zijn leerlingen om stil te zijn.
- Complex
De vrouw, die haar kind zoekt, roept luid om hulp.
- Future Tense
Morgen zal hij zijn collega aanroepen om advies te vragen.
- Imperative
Roep de vrijwilligers voor de bijeenkomst!
- Compound
Hij roept zijn vrienden voor een feestje, maar zij zijn al bezig.
- Past Tense
Gisteren riep ik mijn zus, maar ze hoorde me niet.
- Interrogative
Roep jij de dokter als het nodig is?
- Simple
Hij roept zijn vrienden voor een feestje.
- Present Tense
Ik roep mijn moeder als ik hulp nodig heb.
- Declarative
Zij roept dat iedereen moet opletten.
- Context & Scenario
Als ik me eenzaam voel, roep ik vaak een vriend.