Onthaal
de-hetCommon Nounde ontvangstruimte of de plek waar bezoekers en gasten hun aankomst wordt verwelkomd
(de onthaal is vriendelijk en uitnodigend)
Bij de ingang van het hotel is er een prachtig onthaal voor de gasten.
Het onthaal op het kantoor is altijd warm en gastvrij.
- Complex
De ontvangstruimte, die kleurrijk is ingericht, laat een goede indruk achter.
- Past Tense
Gisteren was de ontvangstruimte erg druk met bezoekers.
- Interrogative
Is de ontvangstruimte klaar voor de gasten?
- Simple
De ontvangstruimte is vernieuwd met comfortabele stoelen.
- Present Tense
In de ontvangstruimte worden de gasten met koffie ontvangen.
- Imperative
Maak de ontvangstruimte gezellig voor de gasten.
- Compound
De ontvangstruimte is groot, maar de decoratie is simpel.
- Future Tense
Morgen zal de ontvangstruimte opnieuw worden ingericht voor het evenement.
- Declarative
De ontvangstruimte voelt heel uitnodigend aan.
- Context & Scenario
De ontvangstruimte is perfect voor bijeenkomsten.
de handeling of het act van verwelkomen
(een onthaal geven aan iemand)
Ze organiseren een feest voor het onthaal van de nieuwe studenten.
Het onthaal van de president was zeer officieel.
- Simple
We verwelkomen onze gasten met een warm drankje.
- Present Tense
Ik verwelkom je in ons team.
- Interrogative
Verwelkomen zij de gasten op de juiste manier?
- Complex
Wanneer de nieuwe leden arriveren, zullen we hen hartelijk verwelkomen.
- Past Tense
Gisteren verwelkomden we de bezoekers met een speciaal onthaal.
- Declarative
We verwelkomen je met open armen.
- Context & Scenario
Tijdens het diner verwelkomden ze hun vrienden met een toast.
- Compound
We verwelkomen iedereen, en we hopen dat ze zich hier thuis voelen.
- Future Tense
Morgen zullen we de nieuwe medewerkers verwelkomen.
- Imperative
Verwelkom de nieuwe leden met een glimlach!
de eerste indruk die iemand krijgt wanneer hij ergens binnenkomt
(de sfeer van het onthaal is belangrijk)
Het onthaal bij de opening van het evenement was erg indrukwekkend.
Een goed onthaal maakt dat mensen zich welkom voelen.
- Simple
De eerste indruk was geweldig.
- Past Tense
Toen ik binnenkwam, was de eerste indruk indrukwekkend.
- Interrogative
Wat was jouw eerste indruk van het feestje?
- Context & Scenario
Bij de eerste indruk voelde ik me meteen op mijn gemak.
- Complex
De eerste indruk die de gasten kregen, was positief omdat de ruimte mooi was ingericht.
- Present Tense
Als ik binnenkom, maak ik altijd een eerste indruk.
- Declarative
Die eerste indruk laat vaak een blijvende impact achter.
- Compound
De eerste indruk was geweldig, maar de service was traag.
- Future Tense
Bij het volgende evenement zal de eerste indruk beter zijn.
- Imperative
Geef een goede eerste indruk als je eindelijk binnenkomt!