Oud

de-hetAdjective

Attributive Forms

💡Als je zegt 'de oude man' of 'een oude fiets', gebruik je 'oude' vóór het zelfstandig naamwoord.

With Definite Article
de oude
"De oude man zit op de bank."
With Indefinite Article
een oude
"Ik heb een oude fiets."
Without Article
oud
"Het boek is oud."

Predicative Form

💡Na 'zijn' of 'worden' gebruik je altijd 'oud': De man is oud.

oud
"De man is oud."

Comparative

💡Bij 'ouder' vergelijk je met iets of iemand anders: Mijn auto is ouder dan jouw auto.

Base Form
ouder
"Mijn broer is ouder dan ik."
With "dan"
oudere
"De oudere man reist veel."

Superlative

💡Als je zegt 'de oudste', heb je het over het hoogste niveau van oud zijn, bijvoorbeeld: Dit is de oudste school.

Attributive
oudste
"Dit is de oudste kerk van de stad."
Predicative
oudst
"Dit huis is de oudst in de straat."

Important Notes

  • usage:'Oud' kan ook in andere contexten gebruikt worden, zoals in gezegden.
  • irregular:De vormen van 'oud' zijn onregelmatig, vooral in de vergrotende en overtreffende trap.