Overgeven
Verbiets dat je hebt, aan iemand anders geven of aantonen
(iemand geeft iets over)
Ik heb mijn huiswerk aan de leraar overgegeven.
Hij heeft het pakket bij de postbode overgegeven.
- Simple
Ik geef mijn boek aan mijn vriend.
- Complex
Als ik het artikel afrond, geef ik het aan mijn baas.
- Past Tense
Gisteren gaf ik mijn oude kleren aan een goed doel.
- Declarative
Hij geeft zijn mening duidelijk en eerlijk.
- Imperative
Geef de pen aan je zus!
- Context & Scenario
Op het feest gaf ik iedereen een hand.
- Synonym
Hij overhandigt altijd zijn ideeën met enthousiasme.
- Compound
Ik geef mijn boek aan mijn vriend, maar hij heeft het nog niet gelezen.
- Present Tense
Zij geeft altijd haar tijd aan vrijwilligerswerk.
- Future Tense
Morgen zal ik de nieuwe informatie aan het team geven.
- Interrogative
Geef jij je presentatie aan de klas?
- Context & Scenario
Ik geef vaak cadeautjes aan mijn vrienden.
- Context & Scenario
In de vergadering gaf ik mijn opmerkingen over het project.
- Related Word
Het geven van een cadeau is een blijk van waardering.
- Idiomatic
Als je iemand iets wilt geven, moet je het met oprechte bedoelingen doen.
zichzelf overgeven aan een situatie of iets onplezierigs
(iemand geeft zich over)
Na een lange strijd heeft hij zich eindelijk overgegeven aan de werkelijkheid.
Ze gaf zich over aan haar verdriet en begon te huilen.
- Compound
Hij gaf zich over, maar zijn vrienden hielpen hem op.
- Future Tense
In de toekomst zal hij zich vrolijk overgeven aan nieuwe ervaringen.
- Interrogative
Waarom geef jij jezelf zo snel over aan negativiteit?
- Context & Scenario
Tijdens mijn vakantie geef ik mezelf over aan die ontspanning.
- Simple
Ik geef mezelf over aan de omstandigheden.
- Present Tense
We geven onszelf vaak over aan de druk van de maatschappij.
- Declarative
Het is moeilijk om jezelf over te geven aan veranderingen.
- Complex
Zij heeft zich overgegeven aan de pijn, omdat het te veel werd om alleen te dragen.
- Past Tense
Vorige week gaf ik mezelf over aan mijn angsten.
- Imperative
Geef jezelf over en laat de zorgen achter je!
lichamelijk ongemak, zoals braken, ervaren
(iemand geeft zich letterlijk over)
Hij voelde zich misselijk en moest zich overgeven.
Ze gaf zich over na het eten van te veel snoep.
- Simple
Ze voelde een golf van misselijkheid opkomen en begon te braken.
- Past Tense
Gisteren braken ik na het eten van het zware diner.
- Interrogative
Voel je je ook misselijk, of is het alleen ik die moet braken?
- Context & Scenario
In de les biologie leerden we dat braken een natuurlijk reactie van het lichaam is.
- Idiomatic
Als je jezelf overgeeft, is het alsof je een last van je schouders valt.
- Complex
Toen ze de zeeziekte voelde, realiseerde ze zich dat ze zou gaan braken.
- Present Tense
Ik braken altijd als ik op een achtbaan ga.
- Declarative
Hij braken door de misselijkheid die hij voelde.
- Context & Scenario
Na de vakantie, voelde ik mij zo misselijk dat ik moest braken.
- Synonym
Hij gaf zijn klachten door aan de dokter, omdat hij ook braken had.
- Compound
Hij at een stuk bedorven vis, en hij moest zich daarna braken.
- Future Tense
Morgen zal ik braken als ik deze medicijnen neem.
- Imperative
Braken als je je slecht voelt, helpt je soms om je beter te voelen!
- Context & Scenario
Tijdens een etentje voelde hij zich zo ongemakkelijk dat hij moest braken.
- Related Word
De symptomen van de ziekte zijn onder andere hoofdpijn en braken.