Overleven
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
Het werkwoord 'overleven' verwijst naar het succes in het blijven bestaan ondanks moeilijke omstandigheden.
Infinitief
Ik wil leren overleven in de natuur.
Tegenwoordig deelwoord
De overlevend slachtoffers werden naar het ziekenhuis gebracht.
De overlevende van het ongeluk vertelde zijn verhaal.
Voltooid deelwoord
Hij heeft de oorlog overleefd.
Verleden tijd
ik
Ik overleefde het ongeval vroeger niet.
jij / je, u
Jij overleefde de storm zonder problemen.
hij, zij / ze, het
Hij overleefde de val van de rots.
wij / we, jullie, zij / ze
Zij overleefden allemaal het avontuur.
Aanvoegende wijs
Ik hoop dat ik overleve in moeilijke tijden.
Gebiedende wijs
Overleef de uitdaging!
Overleef deze zware tijd!
Examples
Van de overlevenden is duidelijk dat ze sterk zijn.
tegenwoordige tijd, indicatief