Plagen

Verb
1
Simple
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Compound
Present Tense
Imperative
Complex
Past Tense
Declarative
Twee kinderen in een zonnige kamer, de jongen verrast door de speelse plagerij van het meisje die zijn bril aanraakt, omgeven door speelgoed.
Speelse plagerij tussen kinderen in een zonnige kamer
Twee kinderen in een zonnige kamer, de jongen verrast door de speelse plagerij van het meisje die zijn bril aanraakt, omgeven door speelgoed.
2
Simple
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Synonym
Complex
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Compound
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Related Word
Een groep mensen die buiten meer dan verveeld zijn door muggen tijdens een warme zomeravond, met een achtergrond van weelderig groen en hangende lantaarns.
Zomeravondscène van mensen die last hebben van muggen
Een groep mensen die buiten meer dan verveeld zijn door muggen tijdens een warme zomeravond, met een achtergrond van weelderig groen en hangende lantaarns.
3
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Compound
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Interrogative
Een jongeman die geïrriteerd probeert te lezen terwijl een kind waterballonnen gooit, omringd door lachende mensen.
Komische scène van een jongeman die moeite heeft met lezen door waterballonnen
Een jongeman die geïrriteerd probeert te lezen terwijl een kind waterballonnen gooit, omringd door lachende mensen.
4
Complex
Compound
Simple
Surrealistisch beeld van een persoon op een bank, overweldigd door abstracte representaties van een constante hoofdpijn met geometrische patronen.
Surrealistische afbeelding van hoofdpijn en kwelling
Surrealistisch beeld van een persoon op een bank, overweldigd door abstracte representaties van een constante hoofdpijn met geometrische patronen.