Prachtig

Adjective
1
Complex
Future Tense
Imperative
Simple
Present Tense
Interrogative
Compound
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Simple
Present Tense
Declarative
Interrogative
Compound
Past Tense
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Complex
Surrealistisch berglandschap met bizarre wezens en vreemde planten, een figuur staat op de rand van de klif.
Surrealistisch Berglandschap met Bijzondere Wezens
Surrealistisch berglandschap met bizarre wezens en vreemde planten, een figuur staat op de rand van de klif.
2
Compound
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Complex
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Simple
Present Tense
Imperative
Context & Scenario
Compound
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Een prachtig gedekte buiten eettafel onder een dramatische lucht met luxe gerechten.
Luxueuze buitendining ervaring met hoogwaardige gerechten
Een prachtig gedekte buiten eettafel onder een dramatische lucht met luxe gerechten.
3
Complex
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Compound
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Groep diverse mensen genietend van een picknick in een zonnig park met bloemen en een meer op de achtergrond
Aangename picknick in een zonnig park
Groep diverse mensen genietend van een picknick in een zonnig park met bloemen en een meer op de achtergrond