Praten

Verb
1
Simple
Complex
Compound
Compound
Simple
Complex
Present Tense
Future Tense
Declarative
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Imperative
Twee vrienden in een gezellig café, levendig in gesprek, omgeven door charmante oude gebouwen.
Vrolijk gesprek tussen vrienden in een vintage café
Twee vrienden in een gezellig café, levendig in gesprek, omgeven door charmante oude gebouwen.
2
Simple
Compound
Complex
Present Tense
Past Tense
Future Tense
Declarative
Imperative
Interrogative
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Simple
Related Word
Idiomatic
Compound
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Complex
Future Tense
Imperative
Synonym
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Context & Scenario
Idiomatic
Een man in een formeel kostuum staat bij een podium in een moderne conferentiezaal en presenteert informatie op een groot scherm met grafieken.
Professionele presentatie in een moderne conferentiezaal
Een man in een formeel kostuum staat bij een podium in een moderne conferentiezaal en presenteert informatie op een groot scherm met grafieken.
3
Simple
Compound
Present Tense
Past Tense
Future Tense
Complex
Declarative
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Compound
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Simple
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Complex
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Een vrouw die levendig aan het kletsen is met een groep mensen om haar heen.
Vrouw die enthousiast kletst met vrienden
Een vrouw die levendig aan het kletsen is met een groep mensen om haar heen.