Raam

hetCommon Noun
1
Compound
Past Tense
Imperative
Complex
Future Tense
Interrogative
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Meisje kijkt verwonderd naar buiten door een open raam met kleurrijke bloemen in de tuin.
Raam met uitzicht op een tuin
Meisje kijkt verwonderd naar buiten door een open raam met kleurrijke bloemen in de tuin.
2
Simple
Future Tense
Declarative
Complex
Past Tense
Future Tense
Declarative
Interrogative
Compound
Compound
Present Tense
Interrogative
Past Tense
Compound
Complex
Imperative
Declarative
Complex
Past Tense
Imperative
Compound
Past Tense
Complex
Complex
Een vrouw in een gezellige woonkamer houdt toezicht op de installatie van een nieuw raam terwijl het oude raam wordt verwijderd.
Installatie van een nieuw raam in een gezellige woonkamer
Een vrouw in een gezellige woonkamer houdt toezicht op de installatie van een nieuw raam terwijl het oude raam wordt verwijderd.
3
Compound
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Simple
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Houten raamframe met gedetailleerd ontwerp, glanzend wit, omgeven door zacht licht en een serene tuin op de achtergrond.
Houten raamframe in oude Nederlandse stijl
Houten raamframe met gedetailleerd ontwerp, glanzend wit, omgeven door zacht licht en een serene tuin op de achtergrond.
4
Simple
Future Tense
Imperative
Synonym
Idiomatic
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Context & Scenario
Compound
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Een klein, gezellig werkplaatsje met een open deur en een venster met een kantlijn. Zacht natuurlijk licht valt naar binnen op een rustieke houten tafel met gereedschap.
Klein Gezellig Werkplaatsje Met Natuurlijk Licht
Een klein, gezellig werkplaatsje met een open deur en een venster met een kantlijn. Zacht natuurlijk licht valt naar binnen op een rustieke houten tafel met gereedschap.