Roddelen

Verb
1
Simple
Compound
Complex
Present Tense
Past Tense
Future Tense
Declarative
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Idiomatic
Twee vrouwen in een tuin zitten aan een tafeltje en praten animated over geruchten, omringd door weelderig groen en kleurrijke bloemen.
Twee vrouwen in een serene tuin praten over geruchten
Twee vrouwen in een tuin zitten aan een tafeltje en praten animated over geruchten, omringd door weelderig groen en kleurrijke bloemen.
2
Simple
Compound
Complex
Present Tense
Past Tense
Future Tense
Declarative
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Idiomatic
Kinderen fluisteren en roddelen in een levendige schoolomgeving, afgebeeld in een surrealistische stijl met geometrische vormen, geïnspireerd door M.C. Escher.
Kinderen Flonkerend in een Surrealistische Schoolomgeving
Kinderen fluisteren en roddelen in een levendige schoolomgeving, afgebeeld in een surrealistische stijl met geometrische vormen, geïnspireerd door M.C. Escher.
3
Complex
Simple
Present Tense
Past Tense
Declarative
Interrogative
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Compound
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Idiomatic
Een levendige bijeenkomst van vrienden op een feest in barokstijl, waarbij mensen in gesprek zijn en lachen.
Feestelijke bijeenkomst van vrienden in barokstijl
Een levendige bijeenkomst van vrienden op een feest in barokstijl, waarbij mensen in gesprek zijn en lachen.