Schoon

de-hetAdjective
1
Simple
Compound
Future Tense
Interrogative
Complex
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Present Tense
Imperative
Een vrouw die een schoon en opgeruimd interieur van een huis aan het opruimen is, met grote ramen die zonlicht binnenlaten.
Opgeruimd Huis met Daklicht en Gothic Kunst
Een vrouw die een schoon en opgeruimd interieur van een huis aan het opruimen is, met grote ramen die zonlicht binnenlaten.
2
Simple
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Future Tense
Imperative
Synonym
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Context & Scenario
Idiomatic
Een prachtig zomers landschap met glooiende groene heuvels, kleurrijke wilde bloemen en besneeuwde bergen onder een blauwe lucht.
Zomers landschap met heuvels en bergen
Een prachtig zomers landschap met glooiende groene heuvels, kleurrijke wilde bloemen en besneeuwde bergen onder een blauwe lucht.
3
Compound
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Een vrolijke illustratie van een vriendelijk personage met een grote glimlach, omringd door kleurrijke bloemen, die eerlijkheid en oprechtheid symboliseren.
Vrolijke illustratie van oprechtheid en eerlijkheid
Een vrolijke illustratie van een vriendelijk personage met een grote glimlach, omringd door kleurrijke bloemen, die eerlijkheid en oprechtheid symboliseren.