Schoon
de-hetAdjectivevrij van vuil, niet vies
(een schoon huis)
Het huis is eindelijk schoon na het schoonmaken.
Zij houdt van een schone en opgeruimde werkomgeving.
- Simple
De vloer is vuil na de regen.
- Compound
De vloer is vuil, maar we zullen hem schoonmaken.
- Future Tense
De meubels zullen schoon zijn na de schoonmaak.
- Interrogative
Is dit huis echt vrij van vuil?
- Complex
De vloer, die bedekt was met modder, lijkt nu nog vuil.
- Past Tense
De meubels waren vuil na het feest.
- Declarative
Dit huis is vrij van vuil.
- Context & Scenario
Ik moet deze kamers vrij van vuil houden.
- Present Tense
De meubels zijn vuil en moeten worden schoongeveegd.
- Imperative
Maak het huis vrij van vuil!
mooi, aantrekkelijk om naar te kijken
(een schoon landschap)
Het uitzicht op de bergen is echt schoon in de zomer.
Ze heeft een schoon gezicht met een stralende lach.
- Simple
Het landschap is aantrekkelijk.
- Past Tense
Vorig jaar was het landschap zeer aantrekkelijk door de bloei.
- Interrogative
Vind je dit landschap ook aantrekkelijk?
- Context & Scenario
Tijdens de geschiedenisles leren we over aantrekkelijke landschappen in Nederland.
- Related Word
De natuur is een mooie, aantrekkelijke plek om te ontspannen.
- Compound
Het landschap is aantrekkelijk, maar het weer is slecht.
- Future Tense
Volgend jaar zal het landschap nog aantrekkelijker zijn met meer planten.
- Imperative
Bezoek dit aantrekkelijke gebied zodra je kunt!
- Synonym
Het uitzicht is charmant, en dit maakt het plaatsen aantrekkelijk.
- Complex
Het landschap, dat vol bloemen staat, is aantrekkelijk om naar te kijken.
- Present Tense
De heuvels zijn aantrekkelijk voor wandelaars.
- Declarative
Dit uitzicht is aantrekkelijk en vredig.
- Context & Scenario
Ik geniet van de aantrekkelijke omgeving tijdens mijn wandelingen.
- Context & Scenario
We gingen samen naar een aantrekkelijk uitzichtpunt.
- Idiomatic
Dit uitzicht is als een plaatje en absoluut aantrekkelijk!
eerlijk, oprecht, zonder verborgen bedoelingen
(schoon leven)
Hij heeft een schoon geweten omdat hij nooit heeft gelogen.
Zij spreekt altijd schoon, zonder kwaad te spreken over anderen.
- Compound
Hij is oprecht, en dat waardeer ik enorm.
- Present Tense
Zij is oprecht blij met haar resultaat.
- Interrogative
Ben jij oprecht in je gevoelens?
- Context & Scenario
We hebben oprechte gesprekken tijdens onze koffiepauze.
- Related Word
De oprechtheid van zijn woorden ontroerde me.
- Simple
Hij is een oprecht persoon.
- Past Tense
Hij was altijd oprecht in zijn beloften.
- Imperative
Wees oprecht naar je vrienden toe.
- Context & Scenario
Het is oprecht belangrijk om eerlijk te zijn in je relaties.
- Idiomatic
Hij zegt altijd wat hij denkt; hij gooit de kaarten op tafel.
- Complex
Als je oprecht bent, zullen mensen je sneller vertrouwen.
- Future Tense
Je zult oprecht zijn in je antwoorden tijdens het interview.
- Declarative
Hij vertelt oprecht wat hij denkt.
- Context & Scenario
Zij voelde zich oprecht gelukkig tijdens het feest.
- Synonym
Ze sprak eerlijk, zonder enige schijn.