Schonen

Verb
1
Compound
Future Tense
Imperative
Synonym
Idiomatic
Simple
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Context & Scenario
Vrouw in 18e-eeuwse kleding die een raam schoonmaakt in een zonovergoten kamer.
Raam reinigen in een serene kamer
Vrouw in 18e-eeuwse kleding die een raam schoonmaakt in een zonovergoten kamer.
2
Simple
Present Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Complex
Declarative
Interrogative
Context & Scenario
Synonym
Compound
Past Tense
Future Tense
Context & Scenario
Idiomatic
Een vrouw die zich voorbereidt op een fotoshoot, terwijl ze kleurrijke make-up aanbrengt voor de spiegel.
Vrouw bereidt zich voor op fotoshoot met kleurrijke make-up
Een vrouw die zich voorbereidt op een fotoshoot, terwijl ze kleurrijke make-up aanbrengt voor de spiegel.
3
Simple
Future Tense
Imperative
Compound
Complex
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Present Tense
Declarative
Future Tense
Context & Scenario
Related Word
Compound
Past Tense
Interrogative
Simple
Context & Scenario
Synonym
Een zorgzame verzorger inspecteert een grote, weelderige plant in een mysterieuze, gotische kas vol exotische planten.
Verzorger in gotische kas met exotische planten
Een zorgzame verzorger inspecteert een grote, weelderige plant in een mysterieuze, gotische kas vol exotische planten.