Sinterklaas

deCommon Noun
1
Complex
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Compound
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Synonym
Sinterklaas arriveert in een drukke Nederlandse stad met kinderen rond de kleurrijke optocht
Sinterklaas in een feestelijke Nederlandse stad tijdens de sinterklaasperiode
Sinterklaas arriveert in een drukke Nederlandse stad met kinderen rond de kleurrijke optocht
2
Simple
Present Tense
Complex
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Compound
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Declarative
Context & Scenario
Idiomatic
Kinderen renden rond en pakten blij geschenken uit tijdens Sinterklaasavond in een winterlandschap.
Vrolijke Sinterklaasavond viering met kinderen en cadeaus
Kinderen renden rond en pakten blij geschenken uit tijdens Sinterklaasavond in een winterlandschap.
3
Complex
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Simple
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Kind verkleed als Sinterklaas met traditionele rode robe en gouden mijter
Kind in Sinterklaas kostuum voor schoolfestival
Kind verkleed als Sinterklaas met traditionele rode robe en gouden mijter