Slaap
deCommon Nouneen toestand van rust waarin het bewustzijn vermindert
(iemand is in diepe slaap)
Hij heeft een goede slaap gehad en voelt zich nu uitgerust.
De baby slaapt lekker in zijn wieg.
- Simple
In de rustige kamer ligt hij in een staat van rust.
- Past Tense
Gisteren heeft hij in een rustige omgeving geslapen.
- Interrogative
Slaap je goed en ben je in een toestand van rust?
- Complex
Als ze in een toestand van rust is, droomt ze vaak over mooie plaatsen.
- Present Tense
De baby slaapt nu in zijn bed.
- Declarative
Zij is in een toestand van rust aan het genieten van haar slaap.
- Context & Scenario
Na een lange dag komt hij thuis en zoekt hij naar rust.
- Compound
Hij valt in een diepe slaap, en zijn ademhaling wordt langzaam.
- Future Tense
Morgen zal hij proberen in diezelfde toestand van rust te komen.
- Imperative
Probeer vandaag alsjeblieft in rust te slapen!
de periode waarin iemand slaapt
(iemand slaapt voor een bepaalde tijd)
Hij valt elke avond rond tien uur in slaap.
Na een lange dag heeft ze behoefte aan een goede slaap.
- Simple
Iedere nacht is er een periode van rust.
een bed of plek om te slapen
(de slaapplaats in de slaapkamer)
De slaap is erg comfortabel in dit hotel.
Ik ga naar mijn slaap om wat uit te rusten.
- Simple
Het bed is groot.
- Compound
Het bed is groot, maar de kamer is klein.
- Past Tense
Hij sliep in een bed dat hij net had gekocht.
- Declarative
De slaapkamer heeft een mooi bed.
- Context & Scenario
Ik leg de dekens op het bed.
- Complex
Het bed, dat ik gisteren heb gekocht, is erg comfortabel.
- Present Tense
Ik slaap in een bed.
- Interrogative
Heeft dit bed een goede matras?
- Future Tense
Wij zullen in een nieuw bed slapen.
- Imperative
Koop een goed bed voor je slaapkamer!
een kort moment van slapen, vaak overdag
(iemand doet een dutje)
Na de lunch nam hij een korte slaap van twintig minuten.
Zij deed een slaap terwijl de kinderen aan het spelen waren.
- Complex
Wanneer ik moe ben, neem ik soms een dutje zodat ik weer energie krijg.
- Past Tense
Gisteren nam ik een dutje na het werk.
- Interrogative
Neem je ook een dutje als je moe bent?
- Context & Scenario
In de klas besloot de lerares dat de kinderen een dutje moesten doen na de ochtendactiviteiten.
- Related Word
Zijn kortstondige slaap was erg verkwikkend.
- Simple
Ik doe een dutje op de bank.
- Present Tense
Zij neemt een dutje in de namiddag.
- Declarative
Hij maakt een dutje omdat hij vroeg op moest staan.
- Context & Scenario
Ik neem vaak een dutje na mijn lunchpauze.
- Synonym
Een siesta kan erg verfrissend zijn.
- Compound
Ik doe een dutje, en daarna voel ik me altijd beter.
- Future Tense
Morgen zal hij een dutje doen na het ontbijt.
- Imperative
Neem een dutje als je moe bent!
- Context & Scenario
Tijdens het feestje deed iedereen een dutje na het eten.
- Idiomatic
Na een kort dutje voel ik me als herboren.