Slopen
Verbiets afbreken of vernietigen, meestal een gebouw of constructie
(een oud gebouw wordt gesloopt)
Ze hebben het oude schoolgebouw gesloopt om nieuwbouw te maken.
De kraan kwam om het vervallen huis te slopen.
- Complex
Toen het gebouw eindelijk werd afgebroken, voelde de buurt een zware last van hun schouders vallen.
- Present Tense
De aannemer breekt het oude stadion af.
- Declarative
De overheid gaat een verordening invoeren om gevaarlijke gebouwen af te breken.
- Context & Scenario
Ik zag hoe ze het afgebroken gebouw met veel moeite opruimden.
- Synonym
De architect zei dat ze het huis moesten afbreken om ruimte te maken voor een nieuw project.
- Compound
Het gebouw werd afgebroken, maar het terrein bleef braak liggen.
- Future Tense
Over enkele maanden zullen ze het oude appartementencomplex afbreken.
- Imperative
Breek dat verwaarloosde gebouw snel af!
- Context & Scenario
Tijdens de bijeenkomst praatten we over het afbreken van het oude theater.
- Idiomatic
Dat oude gebouw is afgebroken, maar daar komt zeker iets nieuws voor in de plaats!
- Simple
Het afgebroken gebouw lag in puin.
- Past Tense
Ze hebben het slechte gebouw vorig jaar afgebroken.
- Interrogative
Zou je willen dat ze het oude gebouw afbreken?
- Context & Scenario
We hebben in de klas geleerd dat gebouwen soms moeten worden afgebroken voor veiligheid.
- Related Word
De sloper gebruikte zware machines om het markante gebouw af te breken.
iets langzaam of met zorg afnemen of verwijderen
(de verf wordt van de muur gesloopt)
We moeten de oude verf van de muren slopen voordat we gaan schilderen.
Hij slopen voorzichtig de sticker van de ruit af.
- Simple
Ik verwijder de verf met een speciale oplossing.
- Compound
Ik kan de verf verwijderen, maar het zal enige tijd duren.
- Complex
De verf, die al jaren op de muren zit, moet voorzichtig worden verwijderd.
iemand geestelijk of emotioneel afbreken of verlagen
(iemand wordt gesloopt door kritiek)
De constante kritiek kan iemand echt slopen.
Haar negatieve opmerkingen slopen zijn zelfvertrouwen.
- Complex
Wanneer iemand constant afgebroken wordt, kan dat leiden tot ernstige emotionele problemen.
- Present Tense
Ze breken zijn geestelijke kracht af met negatieve opmerkingen.
- Declarative
Constant afbreken van iemand is ongepast.
- Context & Scenario
Als je iemand altijd afbreekt, zullen ze zich alleen maar slechter voelen.
- Synonym
Het afbreken van iemand is ook wel denigrerend gedrag genoemd.
- Simple
Het afbreken van zijn zelfvertrouwen was niet de juiste aanpak.
- Future Tense
Hij zal in de toekomst niet meer laten afbreken door anderen.
- Imperative
Bruik de kracht van woorden niet om iemand af te breken.
- Context & Scenario
Op school is het belangrijk om vrienden niet af te breken, maar juist om hen te steunen.
- Related Word
Laag zelfbeeld kan het gevolg zijn van constante afbraak van zelfvertrouwen.
- Compound
Hij voelde zich slecht, omdat zijn vrienden hem afbraken, maar hij besloot sterker te worden.
- Past Tense
De leraar heeft haar vorige week afgebroken met zijn harde kritiek.
- Interrogative
Waarom breek je haar altijd af?
- Context & Scenario
We moeten ervoor zorgen dat we elkaar niet afbreken op sociale media.
- Idiomatic
Met zijn woorden breekt hij haar geest als een glazen object dat valt.