Tochten

deVerb

Auxiliary Verb

hebben

Werkwoord

Het werkwoord 'tochten' heeft variaties die verschillende aspecten van de actie beschrijven.

Voltooid deelwoord

  • ik, jij / je, u, hij, zij / ze, het, wij / we, jullie

Tegenwoordig deelwoord

  • ik, jij / je, u, hij, zij / ze, het, wij / we, jullie

  • wij / we, jullie

Gebiedende wijs

Aanvoegende wijs

Infinitief

Tegenwoordig deelwoord

Verleden tijd

  • ik

  • wij / we, jullie

Examples

  • De kinderen tochten elke zaterdag.

    tegenwoordige tijd: tochten, indicatief

  • Hij heeft veel mooie plekken getocht.

    voltooid deelwoord: getocht, indicatief