Toestaan
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
toestaan geeft een permissie of goedkeuring aan.
Infinitief
Ik heb het voorstel toegestaan om verder te worden besproken.
Tegenwoordig deelwoord
Wij zijn het idee aan het toestaan om te groeien.
De toestaande voorwaarden moeten worden nageleefd.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik sta toe dat je het boek leest.
jij / je
Jij staat het gebruik van deze software toe.
u
U staat deze actie toe, klopt dat?
hij
Hij staat zijn kinderen niet toe om te veel snoep te eten.
zij / ze
Zij staat een onderzoek toe vanuit verschillende hoeken.
het
Het project staat toe dat iedereen bijdraagt.
wij / we
Wij staan toe dat discussies open worden gevoerd.
jullie
Jullie staan de uitwisseling van ideeën toe.
Verleden tijd
ik
Ik stond altijd toe dat mijn vrienden mij hielpen.
jij / je
Jij stond de uitnodiging toe, toch?
u
U stond ons toe om meer tijd te nemen.
hij
Hij stond zijn kinderen toe om te spelen.
zij / ze
Zij stonden de ontwikkeling van het team toe.
wij / we
Wij stonden het gebruik van deze regels toe.
jullie
Jullie stonden geen ongepaste opmerkingen toe.
het
Het systeem stond geen fouten toe.
Voltooid deelwoord
De wijziging is toegestaan door het bestuur.
Aanvoegende wijs
ik
Ik hoop dat ik jou kan toestaan om te komen.
jij / je
Als je toesta, kan ik je helpen.
Gebiedende wijs
Sta toe dat ik je vraag stel.
Staat iemand toe om te praten?