Uitwaaien
Verbnaar buiten gaan om te ontspannen, meestal in frisse lucht, bijvoorbeeld aan het strand of in het park
(iemand gaat naar buiten om uit te waaien na een drukke dag)
Na een lange week besloot ze om aan zee uit te waaien.
We gaan even naar het park om uit te waaien en frisse lucht te krijgen.
- Compound
We konden naar het park gaan om uit te waaien, of we konden een boswandeling maken.
- Present Tense
Ik wandel vaak langs de kust om te ontspannen.
- Imperative
Ga naar buiten en wapper die zorgen weg!
- Context & Scenario
Na een lange vergadering besloot Peter om in het park uit te waaien voor frisse lucht.
- Related Word
Ze gebruikte de wandeling als een vorm van ontspanning na een drukke dag.
- Simple
Ik ga naar het strand om uit te waaien.
- Future Tense
Ik zal dit weekend naar het bos gaan om uit te waaien.
- Declarative
Ze kiest ervoor om iedere zondag uit te waaien.
- Context & Scenario
Elke zaterdagochtend ga ik naar het park om te ontspannen.
- Synonym
Na uren van studeren is het fijn om even buiten een luchtje te scheppen.
- Complex
Omdat hij zo gestrest was, besloot hij naar het strand te gaan om uit te waaien.
- Past Tense
Gisteren zijn we in het park gaan uitwaaien na het werk.
- Interrogative
Zullen we morgen naar de duinen gaan om uit te waaien?
- Context & Scenario
Tijdens de picknick in het park kon iedereen even uitwaaien en ontspannen.
- Idiomatic
Hij moest even zijn hoofd leegmaken; het was alsof hij de frisse oostenwind nodig had.
buiten zijn voor ontspanning, vaak als het waait of op het strand
(iemand gaat naar buiten om uit te waaien na een drukke dag)
Na het werk gaan we lekker uitwaaien op het strand.
Op zondagmiddag hou ik ervan om in het bos uit te waaien.
- Compound
Ik wandel vaak langs de zee voor ontspanning en geniet van de frisse lucht.
- Past Tense
Gisteren ben ik naar het park gegaan voor ontspanning.
- Interrogative
Wandel jij vaak buiten voor ontspanning?
- Synonym
Ontspanning is belangrijk, het vermindert stress.
- Simple
Ik wandel vaak langs de zee voor ontspanning.
- Present Tense
Ik ontspan vaak buiten tijdens mijn lunchpauze.
- Future Tense
Morgen zal ik naar het meer gaan voor ontspanning.
- Imperative
Ga naar buiten en ontspan even!
- Idiomatic
Na een drukke week is het goed om even stoom af te blazen met wat ontspanning.
- Complex
Omdat het een drukke dag was, besloot ik naar het strand te gaan voor ontspanning.
- Declarative
Zij kiest ervoor om elke vrijdag na het werk te ontspannen.
- Related Word
Na een lange dag vind ik ontspanning in de avondwandeling.
door de wind in een bepaalde vorm of richting gebracht worden
(de was is aan de lijn en waait uit)
De was heeft goed uitgewaaid en ruikt fris.
Het dekbed is uitgewaaid na het luchten.
- Compound
De truien waai zelf door de wind; ze hangen aan de lijn en de zon schijnt.
- Present Tense
De kleren waaien nu goed uit op de balkon.
- Declarative
De sokken waaien snel uit aan de lijn.
- Related Word
Tijdens een wandeling keken we naar de vlaggen die krachtig uitwaaien.
- Complex
Wanneer de wind harder waait, voelen de lakens, die aan de waslijn hangen, zachter aan.
- Future Tense
Morgen zal de sterke wind de gordijnen vlot doen uitwaaien.
- Interrogative
Waarom waait het shirt zo veel uit?
- Synonym
Elke dag wapperen de kledingstukken op het balkon.
- Simple
Het laken waait uit aan de waslijn.
- Past Tense
De handdoeken wapperden gisteren fel in de wind.
- Imperative
Laat de lakens goed uitwaaien in de wind!
- Idiomatic
De wind doet de was wapperen in de open lucht, wat een lust voor het oog is.