Uitzien

Verb
1
Simple
Complex
Compound
Past Tense
Present Tense
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Interrogative
Context & Scenario
Een vermoeide vrouw zit op een parkbank na een lange werkdag, met een dramatische lucht op de achtergrond.
Vermoeide vrouw op parkbank na werkdag
Een vermoeide vrouw zit op een parkbank na een lange werkdag, met een dramatische lucht op de achtergrond.
2
Simple
Compound
Complex
Present Tense
Past Tense
Future Tense
Declarative
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Idiomatic
Sfeervolle lentetuin met kleurrijke bloemen en een modern gebouw op de achtergrond
Lentetuin met Kleurrijke Bloemen en Modern Gebouw
Sfeervolle lentetuin met kleurrijke bloemen en een modern gebouw op de achtergrond
3
Compound
Simple
Complex
Present Tense
Past Tense
Future Tense
Declarative
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Related Word
Jonge vrouw zit naast een raam en kijkt hoopvol naar buiten, omringd door zachte en gedempte kleuren.
Hoopvolle jonge vrouw kijkt uit het raam
Jonge vrouw zit naast een raam en kijkt hoopvol naar buiten, omringd door zachte en gedempte kleuren.