Vaak
deCommon Nounmet grote frequentie, herhaaldelijk voorkomend
(iemand doet iets vaak)
Hij gaat vaak naar de sportschool om fit te blijven.
Zij leest vaak boeken tijdens haar vakantie.
- Complex
De frequentie van zijn bezoek aan de bibliotheek, die elke week plaatsvindt, is opmerkelijk.
- Future Tense
Morgen gaan ze met grote frequentie fietsen.
- Declarative
Zij gaat elke maand naar de boekhandels.
- Context & Scenario
Elke ochtend jog ik bij het park.
- Simple
De frequentie waarmee hij sport, is indrukwekkend.
- Present Tense
Hij komt elke dag met een nieuwe idee.
- Interrogative
Hoe vaak gaat zij naar de sportschool?
- Compound
Zij kookt vaak, en hij bakt vaak taarten.
- Past Tense
Zij kwam elke zomer naar ons toe.
- Imperative
Ga elke week naar je favoriete café!
in de meeste gevallen, meestal
(iets gebeurt vaak in bepaalde situaties)
Het is vaak mooi weer in de zomer.
Vaak zijn er dan veel toeristen in de stad.
- Complex
Wanneer het mooi weer is, ga ik meestal buiten wandelen.
- Future Tense
Morgen zal ik meestal vroeg opstaan.
- Imperative
Kijk meestal naar de documentaire op zondag!
- Context & Scenario
In de klas hebben we meestal veel plezier.
- Synonym
De meeste mensen vinden dat een goed idee.
- Simple
Meestal eet ik om zes uur avondeten.
- Past Tense
Ik sprak meestal met mijn vrienden in het park.
- Interrogative
Kom je meestal hierheen voor de vakantie?
- Context & Scenario
Tijdens feestjes zijn er meestal veel mensen.
- Idiomatic
Meestal gaat het wel goed, ook al lijkt het moeilijk.
- Compound
Ik ga meestal naar de sportschool, maar soms blijf ik thuis.
- Present Tense
Meestal komt mijn broer op vrijdag langs.
- Declarative
Meestal zijn de prijzen hier erg hoog.
- Context & Scenario
Ik ga meestal boodschappen doen op zaterdag.
- Related Word
De meeste tijd heb ik het druk met werk.
- Compound
Meestal ben ik thuis om vijf uur, maar als het druk is, kan het later worden.