Verdienen
VerbTegenwoordige tijd
ik
Ik verdien veel geld met mijn werk.
jij / je
Jij verdient een compliment voor je harde werk.
u
U verdient een beetje rust na al dat werk.
hij
Hij verdient goed, dankzij zijn ervaring.
zij / ze
Zij verdient ook wat meer aandacht.
het
Het verdient aanbeveling om te sparen.
wij / we
Wij verdienen onze vakantie in het buitenland.
jullie
Jullie verdienen een dagje uit.
zij / ze
Zij verdienen beter dan dat.
Gebiedende wijs
jij / je
Verdien wat extra geld met een bijbaan!
u
Verdient een goede vakantie met uw spaargeld!
Voltooid deelwoord
Hij heeft zijn verdiend loon gekregen.
Verleden tijd
ik
Ik verdiende veel geld toen ik daar werkte.
jij / je
Jij verdiende echt een prijs voor je inzet.
u
U verdiende meer erkenning voor uw werk.
hij
Hij verdiende respect van zijn collega's.
zij / ze
Zij verdiende een betere kans.
het
Het verdiende meer aandacht tijdens de bespreking.
wij / we
Wij verdienden ons salaris op het einde van de maand.
jullie
Jullie verdienden deze overwinning.
zij / ze
Zij verdienden allemaal een nieuwe kans.
Aanvoegende wijs
ik
Als ik meer tijd had, verdiene ik goede resultaten.
Infinitief
Ik wil graag leren verdienen met mijn hobby.
Tegenwoordig deelwoord
Verdienend geld met mijn passie maakt me gelukkig.
De verdienende ondernemer investeert in zijn toekomst.