Vijzen

Verb
1
Simple
Complex
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Context & Scenario
Idiomatic
Compound
Compound
Present Tense
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Present Tense
Imperative
Synonym
Complex
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Een vrouw die een lamp elegant aan het plafond aanhaalt met een schroevendraaier.
Elegante vrouw die lamp met schroevendraaier bevestigt
Een vrouw die een lamp elegant aan het plafond aanhaalt met een schroevendraaier.
2
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Complex
Complex
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Compound
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Compound
Een persoon bevestigt houten planken aan een muur met een accuschroevendraaier in een workshop, omgeven door gereedschap en houten balken.
Een persoon bevestigt houten planken met een accuschroevendraaier in een workshop
Een persoon bevestigt houten planken aan een muur met een accuschroevendraaier in een workshop, omgeven door gereedschap en houten balken.
3
Complex
Future Tense
Interrogative
Compound
Future Tense
Imperative
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Simple
Past Tense
Context & Scenario
Simple
Past Tense
Imperative
Complex
Present Tense
Declarative
Interrogative
Een mechanieker past zorgvuldig een fietsze zit aan met een moersleutel in een rustig verlichte werkplaats.
Fiets zithouding aanpassen in de werkplaats
Een mechanieker past zorgvuldig een fietsze zit aan met een moersleutel in een rustig verlichte werkplaats.