Vinden
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
De werkwoord 'vinden' wordt vaak gebruikt om te beschrijven wat je denkt of voelt over een object of situatie.
Infinitief
Ik wil leren hoe je het beste kunt vinden.
Tegenwoordig deelwoord
Vindend de juiste weg, kwam ik aan bij mijn bestemming.
De vindende kandidaat was erg enthousiast.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik vind dit boek erg interessant.
jij / je, u
Jij vindt altijd de beste deals.
hij, zij / ze, het
Hij vindt het leuk om te sporten.
wij / we
Wij vinden dat Nederland een mooi land is.
jullie
Jullie vinden het vast leuk om naar het concert te gaan.
Verleden tijd
ik
Ik vond de film echt spannend.
jij / je, u
Jij vond het een goede lunchplek.
hij, zij / ze, het
Zij vond het leuk om te schilderen.
wij / we
Wij vonden dat een moeilijk examen.
jullie
Jullie vonden het feestje leuk.
Voltooid deelwoord
Ik heb mijn sleutels gevonden.
Aanvoegende wijs
Moge hij rust vinde na al zijn inspanningen.
Gebiedende wijs
Vind de juiste antwoorden op de vragen.
Vindt de beste manier om dit probleem op te lossen.