Voetbal
deCommon Nouneen teamsport waarbij twee teams op een veld proberen de bal in het doel van de tegenstander te krijgen
(een wedstrijd voetbal)
Gisteren hebben we een spannend voetbal gespeeld tegen de buren.
Hij kijkt elke zondag naar de voetbalwedstrijd op tv.
- Complex
De teamsport voetbal, die op een groot veld wordt gespeeld, vereist teamwork en strategie.
- Future Tense
Volgend jaar zal ons team deelnemen aan een grote teamsporttoernooi.
- Imperative
Laten we vandaag een teamsport spelen!
- Context & Scenario
Op het feestje speelden we een teamsport met de kinderen in de tuin.
- Idiomatic
In dit geval geldt: wie niet waagt, die niet wint, vooral bij een teamsport.
- Compound
Voetbal is een teamsport, en veel mensen spelen het in hun vrije tijd.
- Present Tense
De spelers trainen elke week voor hun teamsport.
- Declarative
Het is belangrijk om goed samen te werken in een teamsport.
- Context & Scenario
Na school gaan we vaak voetballen op het veld.
- Synonym
De teamsport wordt ook wel 'soccer' genoemd in andere landen.
- Simple
Voetbal is een populaire teamsport in Nederland.
- Past Tense
Vorige week speelde ik een belangrijke teamsport met mijn vrienden.
- Interrogative
Speelt jouw vriend ook een teamsport?
- Context & Scenario
Tijdens de gymles leren we over teamsporten zoals voetbal en basketbal.
- Related Word
Het team heeft veel succes gehad in verschillende teamsportcompetities.
de bal die gebruikt wordt in de sport voetbal
(we spelen met een voetbal)
De kinderen spelen met een nieuwe voetbal in het park.
Hij traint met zijn nieuwe voetbal in de tuin.
- Present Tense
Ik zie dat de bal daar ligt.
- Future Tense
Volgende week zullen we met de bal trainen.
- Imperative
Geef de bal aan mij!
- Present Tense
De spelers schoppen de bal hard naar het doel.
- Declarative
De bal is belangrijk voor het spel.
- Complex
Tijdens de training verbeteren we ons spel door de bal te controleren.
- Past Tense
Hij trapte de bal recht in het doel.
- Declarative
De bal moet goed gepompt zijn voor het spel.
- Complex
Als je de bal niet opvangt, valt hij uit het veld.
- Past Tense
Hij had de bal niet gezien en trapte ernaast.
- Compound
Het team probeert de bal te veroveren, maar het is moeilijk.
- Future Tense
Ze zullen de bal efficiënt gebruiken in hun tactiek.
- Complex
Voetbal is een sport waarbij de bal centraal staat.
- Past Tense
Hij speelde gisteren de eerste wedstrijd met de nieuwe bal.
- Interrogative
Heb je de bal gezocht na de training?
- Complex
Als je goed speelt, zal de bal je volgen.
- Past Tense
Zij vonden de bal in het gras na het spel.
- Interrogative
Waar heb je de bal gelaten?
- Compound
Nadat hij de bal had geschoten, sprong hij van blijdschap.
- Past Tense
Hij vond de bal op het strand.
- Past Tense
Gisteren speelde ik met de bal op het schoolplein.
- Interrogative
Is de bal al opgeblazen?
- Compound
De bal ligt op de grond, dus hij kan niet rollen.
- Future Tense
Morgen zal ik de bal kopen voor onze wedstrijd.
- Imperative
Neem de bal mee naar het park!
- Present Tense
We leren hoe we de bal correct moeten trappen.
- Interrogative
Kun je de bal sneller naar mij gooien?
- Present Tense
Ik heb altijd een bal mee als ik ga voetballen.
- Complex
De bal die op het groen ligt, is van mij.
- Past Tense
Gisteren was de bal te hard opgepompt.
- Interrogative
Zullen we de bal binnenkort gaan kopen?
- Compound
We spelen met de bal, en we hebben veel plezier.
- Present Tense
Ik kijk altijd naar voetbal, omdat ik hou van de bal.
- Declarative
De bal moet geschikt zijn voor het speelveld.
- Present Tense
Met de bal kan je vele trucjes leren in de sport.
- Future Tense
Ik denk dat de bal moet worden vervangen voor de volgende wedstrijd.
- Imperative
Gooi de bal naar mij toe!
- Present Tense
Ik heb deze bal gekocht voor mijn zoon.
- Complex
Het spel begint zodra de bal wordt gecentreerd.
- Simple
De bal is op het veld.
- Declarative
Hij biedt de bal aan zijn vriend.
- Complex
Als we voetballen, trappen we vaak tegen de bal.
- Past Tense
Ik schopte de bal naar de andere kant van het veld.
- Interrogative
Heb je de bal meegebracht?
- Compound
De spelers renden en stoten de bal naar elkaar toe.
- Future Tense
Ze zullen de bal gebruiken tijdens de wedstrijd.
- Imperative
Let op de bal terwijl je speelt!
- Compound
We hebben de bal, maar ze hebben de wedstrijd gewonnen.
- Future Tense
Zij zullen de bal van de buurjongen lenen.
- Present Tense
Een goede keeper kan de bal gemakkelijk stoppen.
- Declarative
Dit team beschikt over een sterke aanval en goede verdediging, maar de bal maakt het verschil.
- Imperative
Hou de bal in de lucht!
- Future Tense
Volgende week zal ik naar het stadion gaan met mijn bal.
- Imperative
Neem de bal mee, en laten we voetballen!
- Compound
We hebben de bal in ons team, dus laten we winnen!
- Declarative
De bal weerkaatst tegen de muur en komt terug.
- Complex
Het is belangrijk om de bal onder controle te houden tijdens het spel.
- Future Tense
Ze zullen de bal meenemen naar het volgende toernooi.
de sport in het algemeen, inclusief competitie en evenementen
(de liefhebber van voetbal)
Voetbal is de populairste sport ter wereld.
Ze volgt alle voetbalnieuws en resultaten op de radio.
- Compound
Haar broer houdt van sport, maar zij geeft de voorkeur aan dansen.
- Past Tense
Afgelopen zaterdag speelde ik een sportwedstrijd.
- Context & Scenario
Ik ga vaak naar het sportveld met mijn vrienden.
- Synonym
Het sporten in teamverband versterkt vriendschappen.
- Simple
Sporten is gezond.
- Declarative
Sport maakt me gelukkig.
- Imperative
Probeer meer te sporten voor je gezondheid!
- Context & Scenario
We gaan barbecuen na de basketballwedstrijd met vrienden.
- Related Word
Het atletiek is een populaire sport in Nederland.
- Complex
Doordat hij regelmatig sport, voelt hij zich beter.
- Present Tense
Ik speel vaak sport met mijn vrienden.
- Future Tense
Volgend jaar wil ik nieuwe sporten uitproberen.
- Interrogative
Welke sport beoefen je het liefst?
- Context & Scenario
Tijdens de gymles leren we meer over diverse sporten.
- Idiomatic
Hij is geboren met twee linkerhanden, maar hij probeert zijn sportvaardigheden te verbeteren.
informele manier om te verwijzen naar een competitie of een toernooi
(ik speel in een voetbalcompetitie)
Dit weekend is er een grote voetbal in de stad.
Hij deed mee aan een lokale voetbal en werd kampioen.
- Complex
De competitie, die volgende week begint, trekt veel deelnemers aan.
- Past Tense
Vorige week speelden we in een competitie.
- Interrogative
Is de competitie vandaag of morgen?
- Compound
De competitie is spannend, en veel mensen komen kijken.
- Future Tense
Volgend jaar zal ik me inschrijven voor de competitie.
- Imperative
Doe mee aan de competitie!
- Context & Scenario
Ik ga elke week naar de competitie.
- Simple
De competitie is spannend.
- Present Tense
Ik speel in een competitie.
- Declarative
De competitie in Amsterdam is erg populair.