Vriendin
deCommon Nounvrouwelijke vriend
(iemand die een vriendschapsband heeft met een vrouwelijke persoon)
Ze is mijn beste vriendin sinds de basisschool.
Mijn vriendin en ik gaan dit weekend samen veel leuke dingen doen.
- Context & Scenario
We drinken samen een kopje koffie in de stad.
- Simple
Mijn vriendin heeft een nieuwe baan.
- Compound
Mijn vriendin houdt van schilderen, en ze heeft zelfs een tentoonstelling gehad.
- Complex
De vrouw, die mijn vriendin is, helpt me altijd met mijn studie.
- Present Tense
Ik ben blij dat ik een goede vriendin heb.
- Past Tense
Gisteren bezocht ik mijn vriendin voor het eerst in maanden.
- Future Tense
Volgende week zal ik mijn vriendin ontmoeten voor een koffie.
- Declarative
Mijn vriendin steunt me altijd tijdens moeilijke tijden.
- Interrogative
Is zij jouw nieuwe vriendin?
- Imperative
Bel je je vriendin vandaag nog?
- Context & Scenario
Ik deel vaak geheimen met mijn vriendin.
- Simple
Mijn vriendin helpt me altijd als ik problemen heb.
- Compound
Ik ging naar het feestje, maar mijn vriendin kon niet komen.
- Complex
Als mijn vriendin tijd heeft, gaan we samen winkelen.
- Present Tense
Ik bel mijn vriendin elke week.
- Past Tense
Gisteren sprak ik met mijn vriendin over onze plannen.
- Future Tense
Morgen ga ik met mijn vriendin naar de bioscoop.
- Declarative
Mijn vriendin is altijd vrolijk.
- Interrogative
Is zij je beste vriendin?
- Imperative
Bel je vriendin en vraag haar om mee te komen.
- Context & Scenario
We werken samen aan een project op school.
- Context & Scenario
Het is leuk om samen met mijn vriendinnen naar het café te gaan.
- Synonym
Een goede vriendin is als een familie.
- Related Word
Ik waardeer haar vriendschap erg.
- Idiomatic
Onze vriendschap is door dik en dun gebleven.
een vrouwelijke partner in een romantische relatie
(iemand die een romantische relatie heeft met een vrouw)
Hij heeft een nieuwe vriendin en ze zijn heel gelukkig samen.
Mijn vriendin en ik vieren onze verjaardag binnenkort.
- Simple
Ze hebben een sterke relatie.
- Compound
Ze hebben een sterke relatie, maar ze hebben ook hun meningsverschillen.
- Complex
Als ze elkaar meer tijd gunnen, zal hun relatie nog beter worden.
- Present Tense
Mijn vriendin begrijpt me heel goed.
- Past Tense
Vorig jaar was haar relatie vol avontuur.
- Future Tense
Volgend jaar willen ze hun relatie naar een hoger niveau tillen.
- Declarative
Het is belangrijk om open te zijn in een relatie.
- Interrogative
Is jouw relatie goed?
- Imperative
Versterk je relatie door samen te praten!
- Context & Scenario
Na een lange werkdag spreekt ze met haar partner over hun relatie.
- Context & Scenario
In onze cursus leren we hoe relaties ontstaan en groeien.
- Context & Scenario
Tijdens een familiebijeenkomst lieten ze zien hoe gelukkig ze samen zijn.
- Synonym
Haar vriendin is ook haar beste maatje; ze delen een sterke relatie.
- Related Word
De liefde tussen hen is een mooi voorbeeld van een romantische relatie.
- Idiomatic
Ze is in een relatie waar ze echt gelukkig in is; het is een match made in heaven.
- Simple
Ze heeft een mooie relatie met haar vriendin.
- Compound
Ze heeft een vriendin, en ze genieten samen van hun vrijetijd.
- Complex
De relatie die zij hebben, is gebaseerd op vertrouwen en respect.
- Present Tense
Zij zijn al een jaar samen in een relatie.
- Past Tense
Vorig jaar hebben zij een relatie begonnen.
- Future Tense
Over een maand zullen ze hun relatie officieel maken.
- Declarative
Hun relatie is prachtig omdat ze alles delen.
- Interrogative
Heb je een relatie met een vrouw die je leuk vindt?
- Imperative
Laten we streven naar een sterke relatie!
- Context & Scenario
Ik ga vaak met mijn vriendin uit eten.
- Context & Scenario
In onze studie leren we over verschillende soorten relaties.
- Context & Scenario
Tijdens een feest ontmoette ze een nieuwe vriendin, wat leidde tot een relatie.
- Synonym
Ze heeft een partner, ook wel een vriendin genoemd, die haar altijd steunt.
- Related Word
Hun romantische verbinding groeit elke dag sterker.
- Idiomatic
Hun relatie is in een roes van verliefdheid.
doopnaam voor een geliefde of zeer goede vriendin
(iemand wordt met veel affectie of genegenheid aangesproken)
Ik noem haar vaak mijn vriendin, ook al zijn we niet romantisch.
Ze heeft veel vriendinnen, maar slechts enkele zijn echt dichtbij.
- Simple
Ze noemt me haar affectie, wat betekent dat we een speciale band hebben.
- Compound
Ze noemt me haar affectie, en ik waardeer elke minuut met haar.
- Complex
De affectie die ze voor haar beste vriendin voelt, is onmiskenbaar en diepgaand.
- Present Tense
Ik beschouw haar als mijn affectie in moeilijke tijden.
- Past Tense
Vroeger noemde ik mijn beste vriendin altijd mijn affectie.
- Future Tense
Morgen zal ik haar weer mijn affectie noemen tijdens onze lunch.
- Declarative
Mijn affectie voor haar is sterker dan woorden kunnen uitdrukken.
- Interrogative
Noem jij haar ook je affectie?
- Imperative
Noem haar je affectie, zodat ze weet hoe belangrijk ze voor je is.
- Context & Scenario
Ik deel mijn affectie met vrienden tijdens gezellige avonden.
- Context & Scenario
In de klas heeft hij ook zijn affectie voor zijn losjes aangeschreven vriendin besproken.
- Context & Scenario
Tijdens het feest voelde ik veel affectie voor de mensen om me heen.
- Synonym
Een zuster of affectie kan soms bijna als familie aanvoelen.
- Related Word
De affectie die ze toonde was vergelijkbaar met die van een echte zuster.
- Idiomatic
Haar affectie is als een warm welkom in elk seizoen.
- Simple
Ze noemt mij haar affectie omdat we altijd samen zijn.
- Compound
Ze noemt mij haar affectie, en ik voel me vereerd.
- Complex
Ik begrijp waarom ze mij haar affectie noemt, want wij delen veel herinneringen.
- Present Tense
Hij geeft zijn affectie vrijuit aan zijn vrienden.
- Past Tense
Zij noemde mij ooit haar affectie tijdens een moeilijk moment.
- Future Tense
Morgen zal ik haar affectie tonen met een speciaal cadeau.
- Imperative
Jij moet haar je affectie laten zien.
- Interrogative
Is het niet mooi om affectie op deze manier te tonen?
- Declarative
Zij heeft altijd affectie voor haar vrienden getoond.
- Declarative
Ik ben de affectie van mijn vrienden erg dankbaar.
- Simple
Iedereen kan een affectie hebben voor iemand in hun leven.
- Compound
Op zijn verjaardag ontving hij veel affectie van zijn vrienden en familie.
- Complex
De affectie die zij voor haar vrienden heeft, is zeer inspirerend.
- Present Tense
Hij voelt altijd een sterke affectie voor zijn beste vriendin.
- Past Tense
Vorige week liet hij zijn affectie zien tijdens een feestje.
- Future Tense
Ze zal in de toekomst zeker haar affectie blijven tonen.
- Imperative
Toon je affectie ook in moeilijke tijden.
- Interrogative
Hoe toonde jij onlangs je affectie voor iemand?
- Declarative
De affectie tussen hen was onmiskenbaar.
- Related Word
Groepsaffectie kan helpen om sterke vriendschappen op te bouwen.
- Synonym
Zij noemt haar beste vriendin vaak haar affectie, omdat ze zo close zijn.
- Idiomatic
Met veel affectie hebben ze gelachen en herinneringen gedeeld.
afgeleide vorm (diminutief) van 'vriendin'
(een schattige of verkleinende term voor 'vriendin')
Ze speelt graag met haar vriendinnetje in de speeltuin.
Het vriendinnetje van mijn dochter komt vandaag logeren.
- Simple
Het vriendinnetje van mijn buurmeisje is erg lief.
- Compound
Mijn vriendinnetje en ik gaan samen winkelen, en daarna maken we een cake.
- Complex
Als ik met mijn vriendinnetje ben, voel ik me altijd gelukkig.
- Present Tense
Ik heb een vriendinnetje dat altijd helpt met mijn huiswerk.
- Past Tense
Gisteren zag ik mijn vriendinnetje in het park.
- Future Tense
Over een week zal ik mijn vriendinnetje meenemen naar het feest.
- Declarative
Mijn vriendinnetje speelt altijd met onze hond.
- Interrogative
Heb je al met je vriendinnetje gesproken over het uitje?
- Imperative
Bel je vriendinnetje en zeg dat ze kan komen!
- Context & Scenario
Na school ga ik met mijn vriendinnetje naar de bioscoop.
- Simple
Hij heeft zijn vriendinnetje meegenomen naar het feestje.
- Compound
Ik zag een vriendinnetje en een vriend samen op straat, maar ze hadden het druk.
- Complex
Als ik een vriendinnetje heb, kan ik met haar praten over mijn problemen.
- Present Tense
Mijn vriendinnetje heeft een nieuwe jurk.
- Past Tense
Mijn vriendinnetje had een verjaardagscadeau voor mij gekocht.
- Future Tense
Ik zal mijn vriendinnetje morgen ontmoeten voor een koffie.
- Declarative
Mijn vriendinnetje is echt heel lief.
- Interrogative
Is dat jouw vriendinnetje daar?
- Imperative
Wees aardig tegen je vriendinnetje.
- Context & Scenario
Tijdens de pauze speelt ze vaak met haar vriendinnetje.
- Context & Scenario
In de klas hebben we het over hoe je vriendinnetjes maakt.
- Context & Scenario
Op de verjaardag van mijn vriendin ontmoette ik haar vriendinnetjes.
- Synonym
Zijn vriendin heeft ook een schattig vriendinnetje.
- Related Word
De vriendinnetjes zijn altijd samen op school.
- Idiomatic
Met vrienden krijg je altijd een schattig vriendinnetje aan je zijde.