Vrouw
deCommon Nouneen volwassen vrouwelijke persoon
(de vrouw als mens)
De vrouw stond alleen voor de deur.
Zij is een sterke vrouw die veel heeft overwonnen.
- Compound
Zij is een sterk persoon, maar ook heel gevoelig.
- Past Tense
Vorig jaar ontmoette ik een persoon die mij veel heeft geleerd.
- Declarative
Zij helpt anderen altijd, omdat ze een goede persoon is.
- Context & Scenario
Elke vrouw is een uniek persoon met haar eigen verhaal.
- Related Word
De vrouw van mijn droom is een creatief persoon met passie.
- Complex
De persoon, die naast mij zit, is een bekende schrijfster.
- Future Tense
Volgend jaar zal zij een invloedrijke persoon zijn in de kunstwereld.
- Imperative
Wees een vriendelijk persoon voor anderen.
- Context & Scenario
In de klas is elke persoon gelijkwaardig, ongeacht achtergrond.
- Idiomatic
Ze is een persoon die altijd met de deur in huis valt.
- Simple
Zij is een inspirerende persoon.
- Present Tense
Ik zie elke week een persoon die mijn interesse wekt.
- Interrogative
Is zij een gelukkig persoon?
- Context & Scenario
Op het feestje ontmoette ik een boeiende persoon met veel verhalen.
- Synonym
Ze heeft de gave om een echte sympathieke vrouw te zijn.
de echtgenote of partner van een man
(de vrouw in de rol van partner)
Mijn vrouw en ik gaan dit weekend op reis.
Hij heeft zijn vrouw verrast met een cadeau.
- Compound
Zijn echtgenote is zijn beste vriendin, en ze delen alles samen.
- Future Tense
Volgend jaar zal mijn echtgenote haar eigen bedrijf starten.
- Imperative
Oefen je goed om je echtgenote een bezorgde glimlach te geven?
- Complex
De echtgenote, die altijd klaarstaat om te helpen, organiseert een feestje voor hem.
- Past Tense
Vorig jaar organiseerde mijn echtgenote een groot feest voor mijn verjaardag.
- Interrogative
Is je echtgenote op vakantie deze week?
- Simple
De echtgenote van de dokter helpt vaak in het ziekenhuis.
- Present Tense
Ik zie mijn echtgenote elke dag als ik thuis kom.
- Declarative
De echtgenote van de voorzitter is ook een belangrijke donateur.
- Context & Scenario
Na een lange dag op het werk, kwam ik thuis en knuffelde ik mijn echtgenote.
een vrouwelijke ouder van een kind
(de vrouw als moeder)
De vrouw met het kind in de kinderwagen is een goede moeder.
De vrouw zorgde goed voor haar gezin.
- Simple
De moeder bakt vaak koekjes voor haar kinderen.
- Present Tense
Ik zie mijn moeder elke week.
- Declarative
Mijn moeder kookt elke dag voor ons.
- Imperative
Bel je moeder als je thuis bent!
- Synonym
Een moeder zorgt meestal voor de dagelijkse taken in een gezin.
- Compound
Mijn moeder werkt lange uren, maar ze komt altijd op tijd naar huis.
- Future Tense
Volgende week zal mijn moeder naar de markt gaan.
- Context & Scenario
Mijn moeder helpt me altijd met mijn huiswerk.
- Context & Scenario
De moeder van mijn vriendinhoudt altijd rekening met mij.
- Related Word
De vrouwelijke ouder is erg belangrijk in het leven van een kind.
- Complex
De moeder, die altijd haar kinderen aanmoedigt, is mijn grootste inspiratie.
- Past Tense
Gisteravond kwam mijn moeder vroeg thuis.
- Interrogative
Is jouw moeder ook een goede kok?
- Context & Scenario
Tijdens de vergadering praatten we over moeders en hun rol in de opvoeding.
- Idiomatic
Moeder natuur zorgt voor ons allemaal.
gebruikte term in verschillende beroepen (zoals in 'verpleegster')
(de vrouw in een beroep)
De vrouw in het ziekenhuis is een ervaren verpleegster.
Zij werkt als vrouw des huizes en zorgt voor het huishouden.
- Complex
De vrouw, die altijd haar creativiteit in haar beroep uitdrukt, is een kapster.
- Past Tense
Zij koos een beroep dat bij haar past.
- Interrogative
Wat is jouw beroep?
- Context & Scenario
In de klas leren we over verschillende beroepen, zoals dokter en advocaat.
- Idiomatic
Zij zegt altijd: 'Kies een beroep dat je passie is.'
- Compound
De vrouw is een kapster, maar ze wil graag studeren voor lerares.
- Present Tense
Zij kiest een beroep dat haar gelukkig maakt.
- Declarative
Hij is werkzaam in zijn beroep als ingenieur.
- Context & Scenario
Zij gaat elke dag naar haar beroep als verpleegster.
- Synonym
Een synoniem voor 'beroep' is 'vak'.
- Simple
De vrouw is een kapster.
- Future Tense
Zij zal een beroep als psycholoog uitoefenen.
- Imperative
Kies een beroep waar je van houdt!
- Context & Scenario
Tijdens het feest praatten we over ons beroep en onze ambities.
- Related Word
Haar carrière is verbonden met haar beroep als lerares.
diminutief van de vrouwelijke vorm, vaak in een schattige of liefkozende context
(het vrouwtje als schattig en klein)
Het vrouwtje van de kanarie zingt het mooiste.
De moeder hield het kleine vrouwtje nabij haar.
- Complex
Het vrouwtje dat de kinderen in de speeltuin aanmoedigt, lijkt erg vrolijk.
- Future Tense
Morgen zullen we het vrouwtje van de kat adopteren.
- Imperative
Noem het vrouwtje van de kat, het is zo schattig!
- Context & Scenario
In de klas sprak ze altijd over het vrouwtje van de paarden als een belangrijke rol.
- Related Word
De vrouwelijke vormen van dieren worden vaak gekend als het schattige en beschermde karakter.
- Compound
De vrouwjes van de vogels zijn vaak kleiner dan de mannetjes, maar ze zijn even mooi.
- Present Tense
Het vrouwtje in de tuin heeft een mooie bloemenkrans om haar hoofd.
- Declarative
Haar puppy is zo schattig, dat iedereen het vrouwtje wil zien.
- Context & Scenario
De moeder zorgt elke dag voor haar vrouwelijke pups.
- Synonym
Een synoniem voor het vrouwtje is de 'vrouwelijke', die vaak gebruikt wordt in schattige termen.
- Simple
Ze gaf het schattige hondje een liefkozende naam.
- Past Tense
Het vrouwtje dat ik gisteren zag, gaf me een glimlach.
- Interrogative
Ben je het vrouwtje dat voor de kinderen zorgt?
- Context & Scenario
Bij het feest kwam het vrouwtje van de pastoor op bezoek, en iedereen vond haar zo lief.
- Idiomatic
In de dierenwereld hebben we vaak de uitdrukking 'het vrouwtje van de soort is de verzorgende.'