Weekenden

Verb
1
Simple
Compound
Complex
Een levendig en abstract verblijf met mensen die verschillende weekendactiviteiten in een park genieten.
Abstracte Weekenden in een Park
Een levendig en abstract verblijf met mensen die verschillende weekendactiviteiten in een park genieten.
2
Simple
Compound
Complex
Present Tense
Past Tense
Future Tense
Declarative
Interrogative
Context & Scenario
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Idiomatic
Surrealistisch tafereel van een weekend retraite met bizarre wezens die ontspannen in een fantasierijke tuin
Surrealistische Ontspanning: Fantastische Weekend Retraite
Surrealistisch tafereel van een weekend retraite met bizarre wezens die ontspannen in een fantasierijke tuin
3
Complex
Simple
Compound
Een gezellige familie samen in een warm verlichte kamer, met iemand die een boek leest en een ander die kookt, terwijl een kind speelt.
Gezellige weekend sfeer in een warm verlichte kamer
Een gezellige familie samen in een warm verlichte kamer, met iemand die een boek leest en een ander die kookt, terwijl een kind speelt.