Wen
deCommon Nounhet verlangen naar iets, vaak iets dat men gewend is
(iemand heeft een wen naar iets)
Ze heeft een wen naar haar thuisland.
Na een lange reis had hij weer een wen naar huis.
- Simple
Ik heb verlangen naar mijn favoriete eten.
- Complex
Het verlangen naar avontuur kan leiden tot spannende ervaringen.
- Compound
Ik heb verlangen naar mijn favoriete eten, maar ook naar nieuwe gerechten.
- Future Tense
In de toekomst zal ik verlangen naar mijn studentenjaren.
- Declarative
Hij voelt het verlangen om zijn vrienden weer te zien.
- Context & Scenario
Na het eten had ik verlangen naar iets zoets.
- Present Tense
Zij verlangt naar een warm klimaat.
- Interrogative
Voel jij ook het verlangen naar het verleden?
- Past Tense
Toen ik in Nederland was, had ik verlangen naar de Belgische chocolade.
- Imperative
Verlang naar wat je echt wilt in het leven!
de gewoonte of het gebruik aan iets
(iemand heeft wenn naar iets)
Dit is een nieuwe wen voor hem, hij moet er aan wennen.
Zij heeft een wen ontwikkeld om elke dag te sporten.
- Compound
Zij heeft de gewoonte om elke ochtend te mediteren, en ze voelt zich beter daardoor.
- Future Tense
Volgend jaar zal ze de gewoonte hebben om elke dag te joggen.
- Imperative
Ontwikkel de gewoonte om elke dag te lezen!
- Context & Scenario
Op feesten heeft zij de gewoonte om altijd de eerste te zijn die danst.
- Related Word
Met zijn nieuwe gewoonte om 's avonds te sporten, is hij veel fitter geworden.
- Complex
De gewoonte, die ze van haar ouders heeft geleerd, is om altijd beleefd te zijn.
- Past Tense
Vroeger had hij de gewoonte om elke zondag naar zijn grootouders te gaan.
- Interrogative
Heb je ooit de gewoonte gehad om te reizen in het weekend?
- Context & Scenario
Tijdens schooltijd had ze de gewoonte om haar huiswerk altijd op tijd in te leveren.
- Idiomatic
Dat is niet alleen een gewoonte, maar echt een tweede natuur voor hem geworden.
- Simple
Hij heeft de gewoonte om vroeg op te staan.
- Present Tense
Ze ontwikkelt langzaam de gewoonte om minder te snoepen.
- Declarative
Hij leert niet alleen van de lezingen, maar hij heeft ook de gewoonte om na te denken over wat hij gehoord heeft.
- Context & Scenario
In zijn dagelijks leven heeft hij de gewoonte om koffie te drinken in de ochtend.
- Synonym
De gewoonte van veel Nederlanders is om met de fiets naar het werk te gaan.
een jonge plant of scheut
(plantjes groeien uit een wen)
De wen groeit langzaam uit tot een sterke plant.
In de tuin staan veel wennetjes van verschillende soorten.
- Simple
Dit jaar heb ik nieuwe plantjes gekocht voor mijn tuin.
- Past Tense
Gisteren plantte ik een aantal nieuwe plantjes in de potten.
- Imperative
Zorg ervoor dat je de plantjes genoeg zonlicht geeft!
- Complex
Omdat het weer warm is, groeien de plantjes in mijn tuin snel.
- Future Tense
Volgend jaar zal ik meer plantjes in mijn achtertuin kweken.
- Interrogative
Heb je al plantjes gekocht voor de lente?
- Compound
Ik heb in mijn tuin kleine plantjes geplant, maar ik moet ze nog water geven.
- Present Tense
De plantjes groeien goed in de zon.
- Declarative
De plantjes hebben veel water nodig.
- Context & Scenario
In de lente koop ik altijd nieuwe plantjes voor op het balkon.