Werken

Verb

Auxiliary Verb

hebben

De infinitief van het werkwoord 'werken' is 'werken'. Het wordt gebruikt om arbeid of inspanning uit te drukken.

Het verschil tussen 'werkte' en 'wrocht' ligt in de gebruikscontext en stijl; 'wrocht' is archaïsch en wordt gebruikt in formele of literaire contexten.

Infinitief

Tegenwoordige tijd

  • ik

  • jij / je, u

  • hij, zij / ze, het

  • wij / we, jullie, zij / ze

Verleden tijd

  • ik, jij / je, u, hij, zij / ze, het

  • ik, jij / je, u, hij, zij / ze, het

  • wij / we, jullie, zij / ze

  • wij / we, jullie, zij / ze

Voltooid deelwoord

Tegenwoordig deelwoord

Gebiedende wijs

Aanvoegende wijs

Examples

  • Ik werk in de IT-sector.

    present, indicative

  • Hij heeft hard gewerkt aan het rapport.

    perfect, indicative