Zorg

deCommon Noun
1
Simple
Future Tense
Interrogative
Compound
Past Tense
Imperative
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Een ouder echtpaar dat gelukkig zit in een gezellige woonkamer, terwijl hun dochter hen met aandacht helpt.
Familiale Zorg in een Gezellige Woonkamer
Een ouder echtpaar dat gelukkig zit in een gezellige woonkamer, terwijl hun dochter hen met aandacht helpt.
2
Complex
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Simple
Present Tense
Imperative
Compound
Past Tense
Interrogative
Een groep bezorgde ouders in een zacht verlichte kamer, die de cijfers van hun kind bespreken. Een ouder houdt een rapportkaart met lage cijfers, terwijl een ander wezenlijk naar de kaart wijst.
Bezorgde ouders bespreken academische prestaties van hun kind
Een groep bezorgde ouders in een zacht verlichte kamer, die de cijfers van hun kind bespreken. Een ouder houdt een rapportkaart met lage cijfers, terwijl een ander wezenlijk naar de kaart wijst.
3
Compound
Simple
Complex
Een zorgzame verzorger die een baby zachtjes wiegt in een sfeervol verlichte kinderkamer.
Zorgzame verzorging van een baby in een warme kinderkamer
Een zorgzame verzorger die een baby zachtjes wiegt in een sfeervol verlichte kinderkamer.
4
Simple
Een winterse scène met zorgverleners in traditionele kleding die zorgen voor een diverse gemeenschap in een sneeuwlandschap.
Gezondheidszorg in de winter: Zorgverleners in traditionele kleding
Een winterse scène met zorgverleners in traditionele kleding die zorgen voor een diverse gemeenschap in een sneeuwlandschap.