Aanstellen
Verbiemand een functie of taak geven
(iemand wordt aangesteld als manager)
De directeur heeft haar aangesteld als teamleider.
Hij is onlangs aangesteld als hoofd van de afdeling.
- Compound
Zij is aangesteld als manager, en hij als assistent.
- Future Tense
Volgend jaar zal hij als hoofdontwerper aangesteld worden.
- Interrogative
Wie geeft jou een functie in dit project?
- Context & Scenario
In het klaslokaal krijgt elke student een functie voor het groepsproject.
- Context & Scenario
Tijdens het jaarlijkse bedrijfsfeest werd hij gepromoveerd en kreeg hij een nieuwe functie.
- Idiomatic
Dat was de functie die hij altijd al had willen vervullen.
- Simple
Hij kreeg een functie als projectmanager.
- Past Tense
Zij werd vorig jaar aangesteld als financieel adviseur.
- Imperative
Geef hem een functie die hij leuk vindt!
- Synonym
Hij heeft de verantwoordelijkheid van een functie die hij eerder nooit had gehad.
- Complex
De organisatie, die onlangs werd opgericht, heeft haar aangesteld als directeur.
- Present Tense
Ik heb als consultant gewerkt.
- Declarative
Zij geeft haar werknemers een functie die uitdagend is.
- Context & Scenario
Hij werd aangesteld als manager, terwijl zijn collega's nog aan het solliciteren waren.
- Related Word
De rol van teamleider is moeilijk, maar hij doet het goed.
iets in een bepaalde positie plaatsen of een rol geven
(een object wordt aangesteld)
Ze stelde de nieuwe apparatuur in de vergaderzaal aan.
Hij stelde het schilderij aan de muur op een vaste plek.
- Simple
Ik plaats de boeken op de plank.
- Past Tense
Hij plaatste de laptop op zijn bureau.
- Imperative
Plaats dat object voorzichtig in het midden!
- Context & Scenario
Wat is de beste plaats om het schilderij op te hangen?
- Context & Scenario
Een goede locatie kan de plaats van je evenement maken of breken.
- Idiomatic
Plaats je zorgen aan de kant en geniet van de dag!
- Complex
De leraar plaatst de leerlingen in groepen, zodat ze beter kunnen samenwerken.
- Present Tense
Zij plaatst de vases op de tafel.
- Interrogative
Plaats jij de documenten in de map?
- Context & Scenario
In de klas staan de tafels vaak in een cirkel geplaatst.
- Context & Scenario
De plaats is perfect voor een picknick.
- Synonym
Een geschikte plaats voor het feestje is zeer belangrijk.
- Compound
Ik plaats de stoelen in de tuin, maar ik zet de tafel binnen.
- Future Tense
Wij zullen de nieuwe gebeurtenissen op de agenda plaatsen.
- Declarative
De hond moet zijn speeltje op de juiste plek plaatsen.
- Context & Scenario
Ik plaats de boodschappen op het aanrecht.
- Context & Scenario
Ik heb de plannen voor het project in een bestand geplaatst.
- Context & Scenario
De manager plaatste de deadline voor het project in de agenda.
- Related Word
Zij heeft een belangrijke rol in ons team geplaatst.
aanstellen voor een specifieke periode of tijd
(iemand tijdelijk aanstellen)
Hij is voor drie maanden aangesteld om het project te leiden.
De consultant werd voor een korte termijn aangesteld.
- Complex
Omdat de manager met pensioen ging, werd ik aangesteld voor een periode van drie maanden om zijn taken over te nemen.
- Present Tense
Ze stellen een nieuwe leraar aan voor een periode van één jaar.
- Interrogative
Voor welke periode ben je aangesteld?
- Compound
Ik ben aangesteld voor een periode van zes maanden, maar ik kan het niet alleen doen.
- Future Tense
In de toekomst zal ik waarschijnlijk voor een langere periode worden aangesteld.
- Declarative
Ze zijn tijdelijk aangesteld voor deze rol.
- Context & Scenario
Ik ben voor een kortere periode aangesteld omdat ik mijn studie wil afmaken.
- Simple
Ik ben aangesteld voor een periode van zes maanden.
- Past Tense
Hij werd aangesteld voor een periode van twee weken om op de afdeling te helpen.
- Imperative
Stel iemand aan voor een periode van zes maanden!
een opdracht geven om iets te doen
(iemand wordt aangesteld voor een taak)
Ze stelde hem aan om het evenement te organiseren.
De gemeente heeft een commissie aangesteld voor dit project.
- Simple
Hij kreeg een taak om de presentatie voor te bereiden.
- Past Tense
Vorige week kreeg ik een taak voor mijn stage.
- Imperative
Begin met je taak zo snel mogelijk!
- Compound
Hij kreeg een taak om de presentatie voor te bereiden, en zij hielp hem daarbij.
- Present Tense
Ze hebben vandaag een nieuwe taak gekregen.
- Interrogative
Krijg jij ook een taak tijdens dit project?
- Complex
De manager gaf hem een taak, die hij in een week moest afronden.
- Future Tense
Morgen zal ze een nieuwe taak toegewezen krijgen.
- Declarative
Hij moet zijn taak op tijd afmaken.
- Context & Scenario
Ik moet mijn taak voor school afmaken voordat ik ga slapen.