Afspraak
deCommon Nouneen overeenkomst om elkaar op een bepaalde tijd te ontmoeten
(tweede afspraak maken met iemand)
Heb je een afspraak met de dokter vandaag?
Ik heb om drie uur een belangrijke afspraak in de stad.
- Compound
De ontmoeting vindt plaats in het café, en we zullen daar uitleg geven.
- Present Tense
Ik heb een ontmoeting met mijn mentor gepland.
- Declarative
De ontmoeting begint om 10 uur.
- Complex
De ontmoeting, die ik vorige week heb geregeld, is erg belangrijk voor ons project.
- Past Tense
We hadden een ontmoeting om belangrijke zaken te bespreken.
- Imperative
Plan snel een ontmoeting voor volgende week!
- Context & Scenario
Na de lunch hebben we een ontmoeting met het team.
- Simple
De ontmoeting is gepland voor volgende week.
- Future Tense
Ik zal een ontmoeting met de klant inplannen voor morgen.
- Interrogative
Heb je de tijd voor een ontmoeting met mij?
een geplande activiteit of gebeurtenis met iemand
(afspraken maken voor een project)
We moeten een afspraak maken om het project te bespreken.
Zij heeft een afspraak voor een vergadering met haar team.
- Simple
De activiteit begint om drie uur.
- Past Tense
We planden een activiteit voor vorige week, maar die ging niet door.
- Declarative
Deze activiteit is essentieel voor ons project.
- Context & Scenario
Dit weekend organiseren we een leuke activiteit voor de buren.
- Interrogative
We willen samen een activiteit doen, dus laten we afspreken!
- Compound
De activiteit begint om drie uur, en ik hoop dat iedereen op tijd is.
- Future Tense
We zullen een activiteit plannen voor het volgende kwartaal.
- Imperative
Plan een activiteit met je team!
- Context & Scenario
In de klas hebben we een activiteit gedaan om samen te werken.
- Related Word
De activiteit is gepland om problemen met de klant op te lossen.
- Complex
Als de activiteit is goedgekeurd, zullen we de details delen met het team.
- Present Tense
We plannen een activiteit voor volgende week.
- Interrogative
Wanneer zal de activiteit plaatsvinden?
- Context & Scenario
Laten we samen een activiteit organiseren.
- Synonym
De bijeenkomst is een belangrijke activiteit voor ons project.
de tijd waarop een ontmoeting plaatsvindt
(afspraaktijd doorgeven)
Zorg dat je op tijd bent voor onze afspraak om 10 uur.
Ik ben te laat voor mijn afspraak en dat vind ik heel vervelend.
- Simple
Onze afspraak is om 15 uur.
- Present Tense
Ik geef je de tijd door voor onze lunch.
- Declarative
De afspraak is om 10 uur in de ochtend.
- Context & Scenario
Het is belangrijk om de tijd met vrienden goed in te plannen.
- Synonym
De tijd die we samen doorbrengen is waardevol.
- Complex
Als je op tijd wilt komen, moet je vroeg vertrekken.
- Future Tense
Ik zal je de tijd geven voor de vergadering morgen.
- Interrogative
Wanneer is de tijd van onze bijeenkomst?
- Context & Scenario
Ik moet altijd de tijd in de gaten houden tijdens mijn werk.
- Related Word
De tijdsbesteding aan het project was cruciaal voor het succes.
- Compound
Onze afspraak is om 15 uur, maar ik moet nog een uur reizen.
- Past Tense
Ik gaf je de tijd door gisteren.
- Imperative
Vergeet niet de tijd te noteren!
- Context & Scenario
We moeten de tijd respecteren zodat de vergadering soepel verloopt.
- Idiomatic
Ik heb het gevoel dat de tijd vliegt als we samen zijn.
het onderwerp of de kwestie die tijdens de ontmoeting besproken wordt
(afspraak heeft een specifiek doel)
De afspraak was om de nieuwe plannen te bespreken.
Tijdens onze afspraak hebben we verschillende ideeën uitgewisseld.
- Complex
Het onderwerp, dat belangrijk is voor ons project, moet grondig worden onderzocht.
- Past Tense
We bespraken het onderwerp gisteren en het ging over ons budget.
- Declarative
Het onderwerp is belangrijk voor de toekomst van ons team.
- Context & Scenario
We moeten het onderwerp aanpassen aan de wensen van de klanten.
- Simple
Het onderwerp van onze vergadering is de marketingstrategie.
- Future Tense
We zullen het onderwerp tijdens de volgende bijeenkomst behandelen.
- Imperative
Bereid je goed voor op het onderwerp als je wilt deelnemen aan de discussie!
- Compound
We bespreken het onderwerp vandaag, en we hopen dat iedereen zijn mening zal geven.
- Present Tense
Tijdens de vergadering bespreken we het onderwerp in detail.
- Interrogative
Wat is het onderwerp van de vergadering morgen?