Afspraak

deCommon Noun

Singular Forms

💡'Afspraak' betekent een afspraak of een afspraak maken. Dit kan zowel formeel als informeel zijn.

Definite (de/het)
de afspraak
"Ik heb een afspraak met de dokter."
Indefinite (een)
een afspraak
"Wil je een afspraak maken?"
Without Article
afspraak
"Een afspraak is belangrijk."

Plural Forms

💡Meervoud is 'afspraken', wat meerdere afspraken betekent.

Definite (de)
de afspraken
"De afspraken zijn genoteerd."
Without Article
afspraken
"Er zijn veel afspraken vandaag."

Diminutive Form

afspraakje
"Zullen we een afspraakje maken?"

Een kleinere of informele bijeenkomst.

informeel

Common Compounds

  • afspraakboek

    "Ik gebruik mijn afspraakboek voor werk."

    boek waar je afspraken in schrijft

  • afspraakformulier

    "Vul het afspraakformulier in."

    formulier voor het maken van afspraken

Common Word Combinations

  • een afspraak maken

    "Laten we een afspraak maken voor morgen."

    Dit zegt men als men iets wil afspreken.

  • afspraak bevestigen

    "Ik moet de afspraak bevestigen."

    Dit gebeurt vaak in een zakelijke context.

Important Notes

  • countability:Afspraak is telbaar, je kunt meerdere afspraken hebben.
  • register:In formele situaties wordt 'afspraak' vaak gebruikt in combinatie met zakelijke contexten.
  • usage:Diminutief 'afspraakje' geeft een meer informele en vaak persoonlijke toon.
  • irregular:Geen onregelmatigheden in meervoudsvorm.