Beginnen
Verbde eerste stap zetten in een proces, activiteit of gebeurtenis
(iemand begint met een activiteit)
Ze beginnen morgen met de verbouwing van het huis.
We gaan vandaag met de training beginnen, dus wees op tijd.
- Complex
Als je de eerste stap zet in de activiteit, zul je het gemakkelijker vinden om door te gaan.
- Future Tense
Morgen zal ik de eerste stap zetten in mijn nieuwe hobbyactiviteit.
- Declarative
De eerste stap in het project is belangrijk.
- Context & Scenario
Ik begin mijn sportactiviteit elke ochtend.
- Compound
Ik zet de eerste stap in de activiteit, maar mijn vrienden zijn nog niet klaar.
- Past Tense
Gisteren zette ik de eerste stap in mijn opleidingsactiviteit.
- Interrogative
Zet je de eerste stap in de activiteit vanavond?
- Simple
Ik zet de eerste stap in mijn fitnessactiviteit.
- Present Tense
Vandaag zet ik de eerste stap in het plannen van mijn vakantieactiviteit.
- Imperative
Zet nu de eerste stap in je nieuwe activiteit!
het in gang zetten van iets, zoals een project of een taak
(iemand begint aan een project)
Hij begint aan een nieuw kunstproject dat hij heeft bedacht.
We beginnen volgende week met het onderzoek.
- Simple
Ik start een interessant project voor mijn studie.
- Future Tense
Hij zal een groot project starten in de zomer.
- Imperative
Zet het project in gang voor de deadline!
- Context & Scenario
In de les hebben we een project over de Nederlandse geschiedenis.
- Idiomatic
Dit project is een kans om je creativiteit de vrije loop te laten.
- Compound
Ik start een nieuw project, maar ik heb hulp nodig.
- Past Tense
Zij hebben dat project vorig jaar afgerond.
- Declarative
De studenten presenteren hun project aan de klas.
- Context & Scenario
Ik ben druk bezig met een project voor het milieu.
- Synonym
Dit project is een taak van ons hele team.
- Related Word
De uitvoering van dit project zal veel creativiteit vereisen.
- Complex
Omdat het project veel tijd kost, moet ik goed plannen.
- Present Tense
Wij werken aan een project dat mensen helpt om afval te verminderen.
- Interrogative
Start je binnenkort met een nieuw project?
- Context & Scenario
Laten we samen aan een project werken tijdens de teamvergadering.
de start van een tijdsperiode
(een seizoen begint)
De zomer begint officieel op 21 juni.
Het schooljaar begint altijd eind augustus.
- Simple
De herfst begint op 23 september.
- Past Tense
De winter begon vorig jaar vroeg.
- Interrogative
Wanneer begint de volgende schoolperiode?
- Context & Scenario
Laten we een feest organiseren om de start van het nieuwe jaar te vieren!
- Compound
De herfst begint op 23 september, en de bladeren verkleuren.
- Present Tense
We zien dat de winter begint met de eerste sneeuw.
- Declarative
De lente begint in maart.
- Context & Scenario
Ik zing elke zomer als de vakantie begint.
- Synonym
De herfst staat ook wel bekend als het 'oogsttijd'.
- Idiomatic
De herfst is in volle gang; de tijd lijkt snel te gaan.
- Complex
De herfst, die een tijd van verandering is, begint op 23 september.
- Future Tense
De lente zal binnenkort beginnen.
- Imperative
Begin de dag met een goed ontbijt!
- Context & Scenario
Tijdens de eerste les van het schooljaar begint de docent met een voorstelrondje.
- Related Word
De tijd van het jaar varieert, afhankelijk van het seizoen.
iets laten gebeuren, bijvoorbeeld een voorstelling of activiteit op gang brengen
(een film begint)
De film begint om acht uur, dus laten we snel vertrekken.
Het concert begint met een prachtig stuk muziek.
- Simple
De voorstelling start over tien minuten.
- Past Tense
Vorige week begon de voorstelling met een indrukwekkende opener.
- Interrogative
Wanneer begint de voorstelling van het toneelstuk?
- Context & Scenario
In de klas hebben we geleerd hoe we een voorstelling kunnen organiseren.
- Related Word
Een dergelijke show is altijd een grote voorstelling.
- Complex
De voorstelling, die ik al lang wilde zien, begint eindelijk morgen.
- Future Tense
De voorstelling zal in het weekend plaatsvinden.
- Imperative
Breng je vrienden mee naar de voorstelling!
- Synonym
Een productie is eigenlijk een andere naam voor een voorstelling.
- Idiomatic
De voorstelling was een groot succes, iedereen was onder de indruk!
- Compound
De voorstelling begint om zeven uur, maar we moeten eerst een ticket kopen.
- Present Tense
Ik zie dat de voorstelling aan de gang is.
- Declarative
De acteurs geven een geweldige voorstelling.
- Context & Scenario
Ik ga vaak naar voorstellingen in het theater.
- Context & Scenario
Tijdens het feest gaven we ook een voorstelling voor de gasten.