Behoren
Verbdeel uitmaken van een bepaalde groep of categorie
(iemand behoort tot een club of groep)
Hij behoort tot de beste voetballers van het team.
Zij behoort tot een cultureel erfgoedgroep in de stad.
- Complex
Het lidmaatschap dat ik heb, geeft toegang tot exclusieve evenementen.
- Present Tense
Hij is altijd lid van de natuurvereniging.
- Interrogative
Wordt het lidmaatschap binnenkort vernieuwd?
- Context & Scenario
Ik heb een lidmaatschap bij de bibliotheek om boeken te lenen.
- Compound
Het lidmaatschap is duur, maar het biedt veel voordelen.
- Future Tense
Ik zal het lidmaatschap volgend jaar verlengen.
- Declarative
Dit lidmaatschap stelt je in staat om aan veel activiteiten deel te nemen.
- Simple
Mijn lidmaatschap bij de sportvereniging begint volgende maand.
- Past Tense
Zij was vorig jaar lid van de jongerengroep.
- Imperative
Neem deel aan het lidmaatschap als je geïnteresseerd bent!
eigendom zijn van iemand
(iets behoort tot een persoon)
Deze boeken behoren aan de bibliotheek.
De auto behoort aan mijn ouders.
- Simple
Het schilderij is mijn eigendom.
- Past Tense
De speeltuin was vroeger ons eigendom.
- Imperative
Geef het oude speelgoed terug, dat is mijn eigendom!
- Complex
Het huis, dat aan de familie van der Meer toebehoort, is hun eigendom.
- Future Tense
Dit land zal volgend jaar ons eigendom zijn.
- Interrogative
Wie is de eigenaar van dit eigendom?
- Compound
Deze computers zijn school eigendom, maar je kunt ze lenen.
- Present Tense
Deze fiets is eigendom van mijn zus.
- Declarative
Dit boek is eigendom van de bibliotheek.
- Context & Scenario
Ik koop elke maand nieuwe dingen voor mijn eigendom.
geschikt of passend zijn voor iemand
(iets behoort tot een bepaalde situatie of context)
Dit cadeau behoort bij de gelegenheid van de verjaardag.
Die kleding behoort niet in een formele setting.
- Synonym
De appropriate of geschiktheid van dit project kan niet worden onderschat.
- Idiomatic
Zij past perfect in het team, haar geschiktheid blijkt uit haar ervaring.
- Compound
De geschiktheid van deze schoenen is perfect voor het feest, maar ze zijn niet comfortabel voor lange wandelingen.
- Past Tense
Die jurk was niet geschikt voor de vergadering.
- Declarative
Die schoenen zijn echt geschikt voor een feest.
- Context & Scenario
Ik heb een geschikte outfit gekozen voor de brunch.
- Complex
De geschiktheid van deze schoenen, die speciaal voor de gelegenheid zijn ontworpen, is perfect voor het feest.
- Future Tense
Volgende week zal deze presentatie geschikt zijn voor de nieuwe klant.
- Interrogative
Is deze jurk geschikt voor de gala-avond?
- Context & Scenario
Tijdens het feestje was iedereen in geschikte kleding.
- Simple
De geschiktheid van deze schoenen is perfect voor het feest.
- Present Tense
Deze outfit is geschikt voor de bruiloft.
- Imperative
Kies een outfit die geschikt is voor de gelegenheid!
- Context & Scenario
Op school leren we wat de geschiktheid van verschillende kledingstukken is voor elke situatie.
- Related Word
Zijn competentie is een goede indicator van zijn geschiktheid voor deze functie.