Beiden

Verb
1
Compound
Simple
Present Tense
Past Tense
Future Tense
Declarative
Interrogative
Imperative
Complex
Synonym
Related Word
Idiomatic
Twee mensen proeven samen een heerlijke taart in een hyperrealistisch tafereel met surrealistische elementen
Twee Mensen Genieten Van Taart in Surrealistische Setting
Twee mensen proeven samen een heerlijke taart in een hyperrealistisch tafereel met surrealistische elementen
2
Simple
Past Tense
Interrogative
Interrogative
Related Word
Complex
Future Tense
Imperative
Interrogative
Idiomatic
Compound
Present Tense
Declarative
Interrogative
Synonym
Spreker voor een projectiescherm met onjuiste grafiekdata en verward publiek
Onjuiste Presentatie in Vergaderzaal
Spreker voor een projectiescherm met onjuiste grafiekdata en verward publiek
3
Simple
Compound
Complex
Present Tense
Future Tense
Past Tense
Declarative
Imperative
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Context & Scenario
Synonym
Context & Scenario
Related Word
Twee mensen lezen boeken in een barokke kamer en wijzen naar elkaars boeken
Twee Mensen in Barokke Kamer Lezen Boeken
Twee mensen lezen boeken in een barokke kamer en wijzen naar elkaars boeken