Beiden
VerbAuxiliary Verb
hebben
This verb is regular and commonly used in both written and spoken language, primarily in formal contexts.
The verb 'beiden' generally implies a kind of bidding or offering, often collectively or figuratively.
Infinitief
Wij willen beiden naar het feest gaan.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik beid elke ochtend in het park.
jij / je, hij
Jij beidt altijd snel.
wij / we, jullie, zij / ze
Wij beiden altijd met veel plezier.
Verleden tijd
ik
Ik beidde gisteren voor het eerst.
wij / we, jullie, zij / ze
Zij beidden gisteren urenlang.
Tegenwoordig deelwoord
Beidend liep hij de straat op.
Voltooid deelwoord
Zij heeft het project gebeid.
Gebiedende wijs
jij / je
Beid snel om het af te maken.
jullie
Beidt nu en wees voorzichtig.
Aanvoegende wijs
Als hij maar beide wat vaker zou doen, zou het beter gaan.