Beslissen
Verbeen keuze maken tussen verschillende mogelijkheden
(iemand beslist over iets belangrijks)
Wij moeten snel beslissen waar we gaan eten vanavond.
Hij besloot te stoppen met zijn huidige baan om een nieuwe uitdaging aan te gaan.
- Simple
Je hebt veel keuze in dit restaurant.
- Compound
Ik heb een keuze gemaakt, maar mijn vrienden hebben andere ideeën.
- Complex
Als we naar de winkel gaan, zullen we een keuze moeten maken tussen de verschillende producten.
iets vaststellen of overeenkomen na overleggen
(een groep beslist samen)
De commissie besloot in de vergadering wat de nieuwe regels zouden zijn.
Na lang delibereren heeft het team uiteindelijk beslist over het budget.
- Simple
We overleggen vandaag over de plannen.
- Present Tense
De groep overlegt nu over de beste oplossing.
- Declarative
Het team overlegt regelmatig om problemen op te lossen.
- Context & Scenario
We overleggen vaak tijdens de koffiepauze.
- Synonym
De deelnemers in de vergadering moeten een consensus bereiken, dus ze overleggen veel.
- Complex
Als we goed overleggen, kunnen we een sterke strategie ontwikkelen.
- Past Tense
Gisteren overlegden we over het nieuwe project.
- Interrogative
Overleggen jullie ook over de resultaten van het onderzoek?
- Context & Scenario
In onze school moeten we overleggen voordat we een activiteit plannen.
- Idiomatic
We moeten goed overleggen, want het is belangrijk om op één lijn te zitten.
- Compound
We overleggen vandaag over de plannen, en we hopen snel tot een beslissing te komen.
- Future Tense
Morgen zullen we overleggen met de belanghebbenden.
- Imperative
Overleg met je collega's voordat je een beslissing neemt!
- Context & Scenario
Tijdens de vergadering vergeten ze niet om goed over te leggen.
- Related Word
Als we ideeën verzamelen, kunnen we betere afspraken maken.
een oordeel geven over iets
(iemand beslist of iets goed of slecht is)
De jury zal morgen beslissen wie de winnaar is van de wedstrijd.
De lerares moet beslissen of de leerling extra tijd krijgt voor de toets.
- Complex
Als je het verslag goed leest, kun je een beter oordeel vormen over het onderwerp.
- Present Tense
Wij oordelen vaak te snel over andere mensen.
- Declarative
Het team oordeelt dat de strategie moet veranderen.
- Context & Scenario
Na het lezen van het boek, gaf ik mijn oordeel aan mijn vrienden.
- Related Word
Het oordeel van de expert was zeer waardevol.
- Simple
Ik geef mijn oordeel over de film.
- Past Tense
Vorige week oordeelden we verkeerd over de situatie.
- Interrogative
Geef je altijd een eerlijk oordeel over andermans werk?
- Context & Scenario
In de klas geven we vaak ons oordeel over verschillende onderwerpen.
- Synonym
Soms moet je een kritisch oordeel vellen.
- Compound
Hij geeft zijn oordeel, maar zij is niet blij met dat oordeel.
- Future Tense
Morgen zal de docent een oordeel geven over onze presentaties.
- Imperative
Geef je oordeel over de situatie gelijk aan de commissie.
- Context & Scenario
Tijdens de vergadering, hebben we ons oordeel gegeven over de nieuwe strategie.
- Idiomatic
Om een eerlijk oordeel te vellen, moet je alle feiten kennen.